Inloggen
U bent niet ingelogd. Inloggen
Verdedigen begint voorin
Leestijd 6-8 minuten
| Bedankt voor uw mening!
Vrijdag 8 September 2017

Elands incasseerde vorig seizoen met zijn club Woudrichem maar zes tegentreffers. Geen enkel standaardteam in Nederland kreeg minder doelpunten tegen. Je zou denken dat met name zijn goede verdediging hier debet aan was. Elands: “Natuurlijk hebben we een goede verdediging, maar we verdedigen met het hele team en de basis van deze verdediging ligt toch echt bij onze aanvallers!”

Tekst: Rob Robben | Beeld: Bruis de Cock

Elands werkt al ruim vijf seizoenen bij de huidige tweedeklasser Woudrichem. Van meet af aan was zijn credo duidelijk. Hij wil geen tegendoelpunten voorkomen door ‘de bus te parkeren’, maar hij wil met aanvallend en aantrekkelijk voetbal tot succes komen. Gelukkig matcht dit ook met het DNA van de club. De basis is, volgens Elands, dat iedereen in deze manier van spelen een duidelijke rol heeft. “We moeten het vooral samen doen en onze manier van spelen geeft het team veel plezier. Als we aanvallen, doen we dat met het hele team. Nou, verdedigen doen we ook samen en dat begint dus niet bij onze verdedigers, maar juist bij onze aanvallers. We zijn verdedigend zo sterk, omdat we met het hele team vol druk naar voren geven. Als kroon op het werk resulteerde dat vorig seizoen in de minste tegentreffers van alle standaardteams in Nederland. Een groot compliment dus voor het hele team!”

Hoog drukzetten
“Wij proberen de verdedigers van de tegenpartij al in een heel vroeg stadium in hun opbouw te storen. Hoog drukzetten heet dat tegenwoordig. Soms heroveren we de bal niet meteen, maar onze aanvallers kunnen door gericht druk te zetten de tegenstander ook dwingen de bal in een bepaalde richting te spelen, zodat onze middenvelders vervolgens de bal kunnen veroveren. We kijken daarom eerst waar de opbouwende kwaliteiten van de tegenpartij liggen, of beter gezegd, we kijken waar hun tekortkomingen liggen. We proberen dan hun minste opbouwer in balbezit te laten komen. Als die in balbezit is, gaan we het hem zo moeilijk mogelijk maken. Is bijvoorbeeld hun rechtsachter de slechtste opbouwer, dan laten we hem in eerste instantie vrij door de andere posities achterin af te dekken (zie afbeelding). Als die rechtsachter dan in balbezit is gaat mijn linksbuiten (11) zo druk zetten, dat hij alleen maar een rechte bal langs de zijlijn kan geven. Hij dwingt hem als het ware naar de buitenkant. Mijn spits (9) geeft druk op de rechter centrale verdediger en mijn rechtsbuiten (7) doet dat bij de linker centrale verdediger. Mijn middenvelders schuiven allemaal iets op naar waar de bal is en een van mijn twee centrale verdedigers (3 of 4) schuift door naar het middenveld. Ook de andere drie verdedigers schuiven op om ervoor te zorgen, dat er geen openingen vallen, waar tegenstanders eventueel zouden kunnen induiken. Mijn keeper doet mee in het geheel en stelt zich op tussen penaltystip en zestienmeterlijn. Cruciaal in deze gewaagde manier van spelen is dat we als elftal één blok vormen. We moeten compact spelen. Een voorwaarde hierbij is dus, dat iedereen meedoet in deze manier van verdedigen. Als er één speler verzaakt, kan dat al tot grote problemen leiden. Daarom eis ik dat iedereen in het teambelang denkt én handelt. Het individueel belang is ondergeschikt aan het teambelang.”

Dwingen tot lange bal
Elands heeft ook een plan als de centrale verdedigers de zwakke opbouwers zijn. “Meestal zijn de vleugelverdedigers de zwakste opbouwers, maar het komt ook voor dat de tegenpartij juist via de vleugels wil opbouwen, omdat de centrale verdedigers opbouwend zwakker zijn. Eigenlijk doen we dan niet veel anders. Onze buitenspelers zoeken de vleugelverdedigers op, zodat die niet kunnen worden aangespeeld. Onze spits wacht even af en laat een van de centrale verdedigers aan de bal komen. Als de rechter centrale verdediger aan de bal komt, dan zet onze spits zo druk, dat hij de bal alleen nog maar met zijn minste been naar voren kan trappen. De rest van ons team is dan al zo opgeschoven, dat we die bal kunnen onderscheppen. Gelukkig hebben we in de as spelers staan, die tactisch erg sterk zijn en de wedstrijd goed kunnen ‘lezen’ en daardoor het team ook goed kunnen coachen.”

Overtal in verdediging
Elands speelt met zijn team eigenlijk altijd in zijn favoriete 1:4:3:3-systeem. Toch maakt hij een kanttekening. “We zorgen er verdedigend eigenlijk steeds voor, dat we een verdediger méér hebben dan de tegenstander aanvallers. Als de tegenstander met drie spitsen speelt is het heel eenvoudig. Wij spelen dan gewoon met vier verdedigers, Onze backs nemen de vleugelspitsen voor hun rekening en onze centrale verdedigers pakken de aanvaller, die het dichtst bij hen in de buurt is. De andere centrale verdediger geeft dan rugdekking. Meestal speelt de tegenstander echter met maar twee spitsen. Omdat mijn twee vleugelverdedigers echte mandekkers zijn, zet ik hen op de twee spitsen, zelfs als die twee spitsen voornamelijk in het centrum spelen. Ik laat dan één centrale verdediger doorschuiven naar het middenveld en de andere geeft rugdekking aan de beide backs. Ik wil achterin niet op één lijn spelen. De laatste man speelt altijd achter zijn verdedigers om goede rugdekking te kunnen verzorgen. Door onze verdedigende organisatie kan het dan zo zijn, dat er voor de tegenstander grote ruimtes aan de zijkanten komen. Dat lossen we op door de halfspelers 6 en 8 wat meer verdedigend te laten spelen. Dat geeft op het middenveld geen numeriek probleem, omdat immers een centrale verdediger is doorgeschoven naar dat middenveld. Deze manier van spelen geeft duidelijkheid aan de spelers en gezien het aantal tegendoelpunten is het rendement hiervan erg hoog.”

Verdedigen bij spelhervattingen
De succesvolle Elands besteedt in zijn trainingen nauwelijks aandacht aan verdedigende spelhervattingen. “Ik wil mijn beperkte trainingstijd vooral besteden aan onze kenmerkende manier van spelen, maar natuurlijk maken we afspraken met elkaar. Echt trainen op bijvoorbeeld verdedigende corners en vrije trappen doe ik echter niet. Ik praat met mijn keeper en als die bijvoorbeeld alleen maar een speler bij de eerste paal wil, dat laat ik hem daar vrij in. Het gaat om zijn gevoel. Hij moet ervoor zorgen dat zijn doel schoon blijft en daarom mag hij daarvoor de organisatie zelf bepalen. Blijkt dat het regelmatig mis gaat, dan spreken we daar natuurlijk samen over. We bekijken dan of het eventueel anders en beter kan en gaan dan samen, waar nodig, de plannen wijzigen. Maar ik laat het in eerste instantie altijd aan mijn keeper over. Mijn verdedigers verdedigen bij corners niet in de zone, maar pakken altijd een tegenstander. De bal kan namelijk niet scoren, wel de tegenstander!”

Driekleurenspel
Om het drukzetten te oefenen heeft Elands diverse oefenvormen tot zijn beschikking. “Een favoriete oefenvorm van mij is het zogenaamde ‘driekleurenspel’. Ik maak dan drie partijen van bijvoorbeeld vier spelers. We spelen dan acht tegen vier. Indien de vier spelers de bal veroverd hebben, moeten ze de bal bijvoorbeeld vijf keer rondspelen om een punt te scoren. De acht andere spelers moeten meteen vol drukzetten om de bal weer snel te heroveren. Lukt dit niet dan mag het ondertal op zoek naar het volgende punt. Na een paar minuten komt er een ander viertal in het midden. Belangrijk bij deze oefening is de snelle omschakeling van balbezit naar balbezit tegenstander en omgekeerd.” Spelers willen de oefenvormen graag vooral in partijspelen, maar Elands ziet hier wel een gevaar in. “In partijspelen ligt de nadruk toch vaak op het resultaat, op het scoren. Het gaat de spelers dan soms minder over hoe er aangevallen of verdedigd wordt. Ik probeer daarom in mijn oefenvormen een goede mix van positie- en partijspelen te vinden.”

Aan visie vasthouden
Woudrichem speelt dit seizoen dus weer op een hoger niveau. Toch wil Elands geen concessies doen aan zijn speelwijze. “Dit seizoen zullen we het wellicht moeilijker krijgen en zullen we misschien als blok iets minder ver naar voren staan, als blijkt dat de tegenstander er elke keer onderuit voetbalt, maar onze manier van spelen zal zeker hetzelfde blijven. In het eerste seizoen in de derde klasse hebben we een keer erg verdedigend gespeeld, omdat de tegenstander alleen maar wilde counteren. We wonnen die wedstrijd wel, maar mijn spelers vonden dat ‘schijtbakkenvoetbal’ maar niets. We zullen dit seizoen dus voluit pressie naar voren blijven spelen, ook al zal dat soms tot een nederlaag leiden!”
 
Wil je het hele artikel lezen?

Log dan in met je account van TrainersMagazine of abonneer je op Het Voetbal KennisPlatform. Je hebt al toegang tot 1000+ artikelen voor minder dan drie tientjes per jaar.

Abonneren voor €29
Het Voetbal KennisPlatform is gratis voor totaalabonnees op TrainersMagazine
Seniorentraining