Zaterdagderdeklasser CDW werd onlangs kampioen door in blessuretijd van de laatste competitiewedstrijd een 1-0 achterstand tegen directe concurrent VVZ'49 om te buigen in een 2-1 zege. Volgens trainer Maurice Pot kwam dat deels door de fitheid van zijn spelers. ,,Periodisering kán het verschil maken."
Maurice Pot maakte ooit deel uit van de jeugdopleiding van PEC Zwolle en Go Ahead Eagles. Later voetbalde hij onder andere bij Spakenburg. Met die club streed hij eens om de titel tegen Huizen, dat destijds onder leiding stond van Roy Wesseling. "Onze elftallen waren kwalitatief ongeveer even sterk, maar Huizen werd kampioen omdat ze veel fitter waren dan wij. Je kunt niet heel zwart-wit stellen, dat dit kwam omdat Wesseling een fervent aanhanger was en is van periodiseren, maar ik ben ervan overtuigd dat je met een goede periodisering wel het verschil kunt maken. Want in de jaren daarvoor en daarna heb ik vaker ervaren dat ploegen van trainers die periodiseren aan het eind van een lang seizoen fitter waren dan teams van trainers die niet periodiseren."
Nulmeting "Ik volg niet alle onderdelen van de KNVB-visie, maar het periodiseringsmodel beslist wel. Het model zorgt voor een langzame en duurzame opbouw en is een goed handvat om de fitheid van spelers te vergroten. Ik hanteer echter niet alle onderdelen van het model. De nulmeting sla ik bijvoorbeeld vaak over. Ik borduur liever voort op de eindsituatie van het seizoen ervoor. Wij trainen na de competitie nog even door, bovendien krijgen de spelers voor de zomervakantie een programma mee met duurlopen én adviseer ik hen in beweging te blijven. Bij de eerste trainingen in de voorbereiding kijk ik vervolgens hoelang ze de oefenvormen volhouden.
Een andere aanpassing die wij dit seizoen hebben gedaan, is het samenvoegen van de eerste twee weken van het model. Uit voorgaande testen bleek dat de duurconditie van onze spelers beter was dan de herstelconditie. Het herstelvermogen is echter een van de belangrijkste conditionele aspecten in het voetbal, dus wij hebben de eerste twee weken ingekort tot één week. Hierdoor werkten wij met een cyclus van vijf in plaats van zes weken. Deze zomer gaan we evalueren of we hier komend seizoen aan vasthouden."
Jaarplan “Het periodiseringsmodel is een belangrijke pijler en onderdeel van ons jaarplan. Daarin hebben we aspecten uit de techniektrainingen van Wiel Coerver en de tactische trainingen van de KNVB, waarin per twee weken aanvallen, verdedigen en omschakelen centraal staan, geïntegreerd. De cyclus van het periodiseringsmodel begint met grote partijen over grote afstanden, wij trainen dan bijvoorbeeld ook de traptechniek over lange(re) afstanden. Aan het eind van de cyclus spelen we, conform het model, veel kleine partijtjes. De spelers krijgen dan ook de explosieve oefeningen die daar bij horen, zoals kappen en draaien. Ik ben trouwens een fan van die kleine vormen. Ik vind dat spelers zich te allen tijde moeten kunnen redden in 1-tegen-0, 1-tegen-1 en 2-tegen-1-situaties."
Individuele periodisering “Individuele periodisering zou meer aandacht moeten krijgen, maar in het amateurvoetbal is dit moeilijk uit te voeren. Je hebt meerdere trainers nodig, die allemaal over de juiste kennis beschikken. Toch zijn we bij CDW al wel gestart met een individuele aanpak. Wij maken persoonlijke analyses van iedere speler en kijken wat iedereen nodig heeft. Bij de één ligt de focus op het verbeteren van zijn conditie, de ander moet technisch of tactisch bijgeschaafd worden. Daar gaan we mee aan de slag.
Vóór onze reguliere dinsdagtraining is er een uurtje techniektraining voor de spelers die dat naar onze mening nodig hebben. Sommige spelers doen er vrijwillig aan mee. We hebben een conditie- en hersteltrainer, Pieter Barte, die de jongens fysiek naar een hoger plan brengt. Afgelopen seizoen hadden wij een talentvolle speler, die aan de standaardprogramma's niet genoeg had. Hem boden we van alles wat meer aan, waardoor hij nu klaar is voor een stap hogerop en naar eersteklasser SVL vertrekt.
Onze oudste speler, Frank Barte, lieten we juist wat minder doen. Zeker in de eindfase van het seizoen mocht hij af en toe een training overslaan of hij ging wat eerder dan de rest van de selectie naar binnen. Ik heb liever dat spelers wat korter trainen, maar wél intensief, dan dat ze op halve kracht aanwezig zijn. Want dat heeft absoluut zijn weerslag op de overige spelers."
CDW+ "Ik doe het liefst zoveel mogelijk met de bal, maar inmiddels ben ik overtuigd geraakt van het belang van een goede warming-up zónder bal. Wij beginnen elke training en wedstrijd met de zogenaamde CDW+ warming-up. De warming-up van Joint Forces vormt daarbij de basis. Dit programma is vooral gericht op het voorkomen van knieblessures, wij voegen daar naar onze behoefte oefeningen aan toe. Afgelopen seizoen hadden we bijvoorbeeld een paar liesblessures, waardoor we daar wat meer aandacht aan hebben besteed."
Duelvorm "Sprintoefeningen doe ik vrijwel altijd in duelvorm. Voetballers willen niet verliezen, ook niet bij een wedstrijdje wie de snelste is. Het liefst gebruik ik de bal, waarbij ik twee spelers een diepe bal geef, waarbij degene die de bal verovert aanvaller wordt en de ander verdediger. De aanvaller moet dan bijvoorbeeld zelf proberen te scoren of hij moet een voorzet geven op een aanvaller voor het doel.
Mijn ervaring is dat dit hele goede oefeningen zijn ter verbetering van het uithoudingsvermogen en de sprintsnelheid. En omdat er een competitie-element in zit, een 1-tegen-1-duel en de kans om te scoren, vinden de meeste spelers de oefeningen nog leuk ook."
Oefenvorm 1: Snelheid en uithoudingsvermogen
Organisatie: - Half speelveld - Eén groot doel met keeper, twee kleine doeltjes - Ter hoogte van de middellijn staan drie tweetallen (een aanvaller en een verdediger) - In de middencirkel staat een passende speler - Op de rand van het strafschopgebied staan twee spelers (een aanvaller en een verdediger) - Speler in middencirkel speelt schuine bal naar vrijlopende spits, die de bal terugkaatst - Speler in middencirkel geeft diepe pass op tweetal aan rechterkant - Tweetal sprint (over 40 meter!) naar de bal. Wint de aanvaller, dan geeft hij voorzet op duo op rand strafschopgebied. Wint de verdediger, dan kan hij scoren op de twee kleine doeltjes, de aanvaller die het sprintduel verloren heeft moet dat zien te voorkomen - Zelfde organisatie op links uitzetten en vorm afwisselend rechts en links laten uitvoeren
Oefenvorm 2: Herhaald kort sprintvermogen
Organisatie: - Veld is dubbel strafschopgebied - Twee grote doelen, inclusief keeper + twee kleine doeltjes aan zijlijn - Op beide hoeken van het veld, rechts naast de grote doelen, staan twee tweetallen (een aanvaller en een verdediger) en een neutrale speler - Neutrale spelers spelen tegelijkertijd een bal richting de achterlijn, waar tweetal achteraan sprint - Wint de aanvaller het sprintduel om de bal, dan moet hij proberen te scoren op het grote doel. Is de verdediger eerder bij de bal, dan moet hij proberen te scoren op het kleine doeltje - Direct na de doelpoging sprint het tweetal naar de tegenovergestelde hoek
Wil je het hele artikel lezen?
Log dan in met je account van TrainersMagazine of abonneer je op Het Voetbal KennisPlatform. Je hebt al toegang tot 1000+ artikelen voor minder dan drie tientjes per jaar.