De eerste spreker op het TrainersCongres 2.0 was Gijs Luirink. De trainer van AZ U16 gaf in een kleine veertig minuten een kijkje in de keuken van AZ. Hij dook daarmee in de gedetailleerde werkwijze van de Alkmaarse club om de speelwijze aan de hand van spelprincipes te ontwikkelen. Eén spelprincipe en het trainbaar maken daarvan stond in de Pathé bioscoop van Utrecht centraal: diepte zonder bal.
Tekst: Rogier Veenstra | Beeld: AZ
Anderhalf jaar geleden maakte Luirink de stap van de jeugdopleiding van FC Volendam naar die van AZ. Dagelijks stapt hij met veel plezier het AFAS AZ jeugdcomplex op. “Een training maken is in mijn ogen het verzamelen van puzzelstukjes om vervolgens een puzzel te leggen die betrekking heeft op wat je wilt trainen. De inhoud van de puzzel, de training dus, heeft te maken met de voorkeuren van de trainer en kun je op verschillende manieren vergaren. Bijvoorbeeld door sociale media af te speuren, door het lezen van vakbladen of in gesprek te gaan met collega’s. Hierdoor maak je een ontwikkeling door als trainer. Als we het dan hebben over het trainbaar maken van spelprincipes werkt het bij mij als volgt.
Ik ga in gesprek met andere trainers op de club en we overleggen over de verschillende oefenvormen die we toe kunnen passen. Daarnaast zie ik regelmatig interessante vormen voorbij komen en sla deze dan op, zodat ze later van pas kunnen komen. Met deze informatie ga ik in een kamertje zitten met niets meer dan pen en papier. Ik bedenk de vormen of pas deze aan, zodat ze aansluiten op het trainingsaccent en de spelprincipes van de club. Deze zijn opgesteld in een jaarplanning. Ik heb daarnaast nog de ruimte om een aantal eigen principes te integreren voor de U16. Met het aantal spelers ga ik dan puzzelen en pas bijvoorbeeld regels en ruimtes aan om de spelprincipes zo goed mogelijk te trainen. Tips van de andere trainers, of dingen die ik lees of zie, zorgen er dan weer voor dat de trainingsvorm de volgende keer enigszins wordt aangepast of dat ik iets toevoeg. Alles met als doel om steeds beter het spelprincipe trainbaar te maken (zoveel mogelijk vergelijkbaar met de wedstrijdsituatie) en mezelf als trainer te blijven ontwikkelen.”
Uitgangspunten en voorwaarden Bij AZ zijn spelprincipes en trainingsaccenten al jaren de uitgangspunten binnen de gehele club. Vanuit de jaarplanning worden de spelprincipes en trainingsaccenten dagelijks en per week wisselend getraind. AZ is op dit moment ‘hot-news’ met grote talenten zoals Stengs en Boadu die al hun opwachting hebben gemaakt in het grote Oranje en spelers als Wijndal en Koopmeiners die steevast in Jong Oranje spelen. Veel talenten breken door in Alkmaar, maar wat op dit moment nog het meeste tot de verbeelding spreekt is het aanvalsspel van de club uit de Zaanstreek en de hoge notering in de Eredivisie. Het kwam voor de meeste bezoekers dan ook niet als een grote verrassing dat de jeugdtrainer van AZ koos voor een spelprincipe binnen de teamfunctie aanvallen; diepte zonder bal (achter de verdediging van de tegenstander) met als doel het creëren van effectieve kansen. Gaat het over de inhoud van voetbal dan is de kans groot dat de term ‘spelprincipes’ een aantal keren valt. Een echte trend in het Nederlandse voetbal en het is dan ook niet zo verwonderlijk dat dit item ook het onderwerp is van het vijfde TrainersCongres. Ook bij AZ is het dagelijkse kost en is het een belangrijk onderdeel geworden in de ontwikkeling van de jeugdspelers. Luirink geeft ons een kijkje in de micro-benadering van de toepassing van een spelprincipe bij zijn team. “Allereerst moet het voor jezelf als trainer erg duidelijk zijn wat het spelprincipe inhoudt en wat het op het veld moet opleveren; kortom, waarom we dit spelprincipe hebben gekozen. Daarnaast moeten de voorwaarden voor de spelers in het veld duidelijk zijn: hoe willen we het spelprincipe gaan uitvoeren en dus trainen? Bij de U16 heb ik binnen het aanvallen het spelprincipe diepte zonder bal toegevoegd (naast de aanvallende spelprincipes van de club), hetgeen ook binnen het internationale voetbal steeds belangrijker wordt.
De keuze voor het spelprincipe heeft in dit geval te maken met de waarden van de club. Binnen verschillende aanvallende spelprincipes komt diepte zonder bal terug en volgens AZ is het dus een manier om tot effectieve kansen te komen. We zijn als trainers echter wel vrij om een eigen invulling te geven aan de manier waarop we het overbrengen op onze spelers. De keuze voor bepaalde trainingsvormen of de manier van coachen kan dus per trainer verschillen. Als we het hebben over spelprincipes kunnen uitgangspunten en voorwaarden voor de spelers dus per club of per trainer verschillen.
Het traject ziet er bij ons als volgt uit: - Spelprincipe vanuit de jaarplanning - Eventueel toevoegen van eigen spelprincipe U16 - Bepalen van uitgangspunten en voorwaarden (spelprincipes + wedstrijdsituatie) - Trainbaar maken van het spelprincipe (vijf veldtrainingen per week) - De wedstrijd - Evaluatie
Als we kijken naar het spelprincipe ‘diepte zonder bal’ zijn de volgende uitgangspunten en voorwaarden de basis om tot een trainingsvorm te komen. - Veldbezetting: Zone 3 (zijlijn) minimaal/maximaal 1 speler - Zo snel mogelijk kiezen voor de weg naar voren (dieptespel) - Zone 1 (as) > zone 2 (halfspace) > zone 3 (zijlijn) - Zijkant inspelen (als zone 1 en 2 niet kunnen) om daar de tegenstander te binden = contrakant aanvallen - Zijkant inspelen (als zone 1 en 2 niet kunnen) = in de hotzone (ruimte tussen middenveld en verdediging van de tegenstander) aan de contrakant eindigen - Diepgang aan de contrakant als er diep of breed gespeeld wordt - Diepgaan met een aanloop - Diepte in Zone 1 (as) of in Zone 2 (halfspace) zowel aan kant van de bal als aan contrakant”
Trainbaar maken van het spelprincipe Voor ervaren (jeugd)trainers is het begin van het stappenplan niet zo ingewikkeld en al helemaal niet als de club voor een groot gedeelte deze stappen uitstippelt. De belangrijkste en ook meest interessante stap die gemaakt moet worden is het trainbaar maken van het principe. De meeste trainers kunnen inhoudelijk goed over een manier van voetballen praten met alle uitgangspunten en voorwaarden die daarbij horen, maar uiteindelijk is het de bedoeling dat de spelers weten wat er wordt bedoeld. Wanneer moeten zij het spelprincipe hanteren en op welke manier? Dat kan je volgens Luirink bereiken door als trainer het principe doordeweeks terug laten komen in de trainingen. “Met alleen uitgangspunten en voorwaarden kom je er natuurlijk niet. Ik begon het verhaal met de puzzel. Daar ga ik op dit moment weer mee verder. Ik ga op zoek naar puzzelstukjes, zoals oefenvormen, regels en coachmomenten om spelers vaak in situaties te laten komen waar het spelprincipe van toepassing is en altijd gedacht vanuit de wedstrijdsituatie."
Uiteindelijk kan een training waarin het spelprincipe ‘diepte zonder bal’ centraal staat er dan als volgt uit zien: - Keuze voor twee of drie vormen - De afstanden hebben te maken met zowel het aantal spelers als het principe - Ik werk van klein naar groot - Ik beïnvloed de tegenpartij om vaak het principe terug te laten komen - Ik beïnvloed het gedrag van mijn spelers door de keuze van de spelregels
4 TEGEN 4 (+2 N)
Organisatie: • 50 x 25 meter • 4 gele spelers tegen 4 blauwe spelers + 2 neutrale spelers • 2 kleine doeltjes • 2 buitenspellijnen voor beide ploegen (rode pylonen) • Altijd 1 neutrale speler in het veld en 1 voor het doeltje. Deze spelers schuiven dus op als de bal op de andere speelhelft is en zij wisselen dan ook van functie • Beide ploegen hebben vrij spel. De neutrale speler in het veld ook vrij spel, de neutrale speler voor het doeltje mag de bal maximaal 2 keer raken • 10 keer de bal overspelen is 1 punt • Scoren in het doeltje door middel van diepte zonder bal is 2 punten. De speler die de bal ontvangt mag de bal in het aanvallende vak maar twee keer raken • Je mag niet door middel van een dribbel het aanvallende vak bereiken
Coaching: • Bal vrij is diepgang van medespeler • Bal vrij is diep kijken • Met aanloop diepgaan om zo snelheid te ontwikkelen, buitenspel te ontlopen en met je gezicht naar de goal van de tegenstander uit te komen. • Diepgang aan de contrakant • Diepgang in zone 1 (as) en zone 2 (halfspace)
“We kiezen voor een buitenspellijn, zodat er ruimte ontstaat achter de verdedigende partij en er zo dus ruimte is om diep te gaan. Deze ruimte is qua afstand wedstrijdecht. We belonen de spelers als zij diepgaan zonder bal door twee punten te geven als er op die manier gescoord wordt. Hierdoor gaan de spelers vaker op zoek naar diepte zonder bal. De trainingsvorm wordt zoveel mogelijk gespeeld in de ruimtes waar we willen dat de spelers in de wedstrijd ook diepgaan. Dus in zone 1 (as) of in zone 2 (halfspace).”
6 TEGEN 6 (+ 2 N)
“In de tweede oefenvorm werken we met meer spelers in een grotere ruimte (breedte). Wederom speelt de buitenspellijn een grote rol om de tegenstander te beïnvloeden, waardoor er ruimte achter hen ontstaat. De verdedigers leren op deze manier eveneens compact en hoog verdedigen met ruimte in hun rug. De aanvallende ploeg gaat op deze manier weer op zoek naar diepte zonder bal. We kiezen niet voor de gehele breedte van het speelveld, omdat we tijdens wedstrijden juist ook willen dat de spelers in zone 1 (as) en zone 2 (halfspace) aan de bal komen, omdat we dan dichter bij het doel uitkomen en meer effectieve kansen kunnen creëren.”
Wedstrijd & beelden Als het spelprincipe bij de jeugdopleiding van AZ duidelijk terug is gekomen tijdens de trainingen dan is het wachten op het examen, de wedstrijd. “Het is natuurlijk mooi om te zien dat spelers uiteindelijk ook tijdens de wedstrijd aan de slag gaan met de spelprincipes. Tijdens trainingen kun je de spelers beïnvloeden in hun gedrag en kun je oefenvormen op allerlei manieren aanpassen, waardoor het spelprincipe terugkomt. Tijdens de wedstrijd is dat veel minder het geval. Dan is het extra mooi om te zien dat spelers ermee bezig zijn en op zoek gaan naar het juiste moment van diepgaan, in de juiste richting diep sprinten, diepgaan met aanloop en uiteraard het moment van de pass herkennen. De kers op de taart is dan dat het voor de spelers succes oplevert. Dat gebeurde in dit geval. Doordat het spelprincipe ‘diepte zonder bal’ goed werd gehanteerd, werd er in de thuiswedstrijd tegen Feyenoord U16, in de week dat dit spelprincipe centraal stond, gescoord. Dat is de bevestiging die spelers nodig hebben.”
Afsluiting: “In mijn ogen is het ontzettend belangrijk dat je als trainer heel helder en concreet voor ogen hebt wat de spelprincipes van je club zijn, wat ze inhouden en welke principes je zelf wilt toevoegen. De volgende stap is dat je als trainer heel duidelijk moet hebben wat deze principes moeten opleveren tijdens de wedstrijd en hoe je dit uiteindelijk weer terug kan brengen tijdens de trainingen. Dat is de basis waarmee je vervolgens als trainer kan gaan puzzelen om spelprincipes trainbaar te maken.”
Wil je het hele artikel lezen?
Log dan in met je account van TrainersMagazine of abonneer je op Het Voetbal KennisPlatform. Je hebt al toegang tot 1000+ artikelen voor minder dan drie tientjes per jaar.