Na twee tweede plaatsen pakten de vrouwen van FC Twente afgelopen seizoen de zesde landstitel. Mede dankzij de scenario's van Tommy Stroot, die sinds 2016 trainer is van de recordkampioen. “Wij willen zo min mogelijk onduidelijke situaties voor onszelf en de tegenstanders vragen stellen waar ze geen antwoord op hebben”, zegt Stroot.
Tekst: Martin Veldhuizen | Beeld: Gerrit van Keulen
De geboren Duitser Tommy Stroot was jeugdtrainer in zijn geboorteland en drie seizoenen hoofdtrainer van de vrouwen van Tweede Bundesligaclub SV Meppen. In 2016 volgde hij bij FC Twente succestrainer Arjan Veurink op. Onder leiding van de huidige assistent van bondscoach Sarina Wiegman werden de Tukkers liefst vier keer op rij landskampioen. Veurink liet een zware erfenis achter in Enschede, waar Stroot met zijn staf kneedde aan een nieuwe kampioensploeg.
Na twee tweede plaatsen was FC Twente afgelopen seizoen opnieuw Nederlands beste. Een titel die ook voor Stroot onverwachts kwam. “Ajax begon het seizoen als grote favoriet. Zij haalden bijvoorbeeld onze aanvaller Ellen Jansen en verdediger Kika van Es naar Amsterdam. Maar wij werden kampioen. Hoe dat kan? In vergelijking met de twee topploegen in Nederland, Ajax en PSV, leggen wij het af qua budget, complex en selectie. De betere speelsters kiezen voor die clubs, wij doen het met veel jonge talenten die wij op het trainingsveld beter maken. De titel was een beloning voor ons werk.”
Trainingsweek De vrouwen van FC Twente werken hun trainingen en wedstrijden af op sportcampus Het Diekman. Het is ook de thuisbasis van SC Enschede, dat in 1965 samen met Enschedese Boys tot FC Twente fuseerde. In de bestuurskamer van SC Enschede legt Stroot in uitstekend Nederlands uit hoe de gemiddelde trainingsweek bij FC Twente is opgebouwd. “We beginnen maandag met krachttraining in de gym. Iedere speelster volgt daarbij haar eigen programma. Daarna gaan we het veld op, om de kracht om te zetten in voetbalvormen. We spelen kleine en explosieve vormen van 1-tegen-1 tot 4-tegen-4. Op dinsdag werken wij aan het uithoudingsvermogen van de speelsters. We doen grote vormen van 8-tegen-8 tot 11-tegen-11, die wij langdurig laten lopen.”
“Woensdag komt de explosiviteit weer aan bod in tactische vormen waarbij wij op hoge snelheid onder- en overtalsituaties proberen uit te spelen. Op donderdag bieden wij de speelsters geen nieuwe dingen aan, maar beperken we ons tot herhalingen. Ik wil ze namelijk niet storen in de voorbereiding op de wedstrijd. Het is belangrijk om voor een goed gevoel bij de speelsters te zorgen. We doen positiespelletjes, wat afwerkvormen en sluiten af met een lekkere partij. Over het algemeen spelen wij op vrijdag onze wedstrijden. De dag erna werken de speelsters thuis of op de club aan hun herstel en op zondag zijn ze vrij.”
Tactische periodisering Bij zijn trainingen maakt Stroot gebruik van tactische periodisering. “Onze speelwijze vraagt op bepaalde posities en in bepaalde situaties een andere intensiteit. De speelsters die aan de zijkant staan, hebben gedurende een wedstrijd bijvoorbeeld meer en langere sprints dan speelsters in de as van het veld.
De buitenspelers hebben dus meer uithoudingsvermogen nodig om de hoeveelheid en intensiteit van de sprints een hele wedstrijd vol te houden. De tactische periodisering is gericht op de individuele speelster. Voor de een creëren we meer situaties en meer herhalingen dan voor de ander binnen dezelfde trainingsweek, die verder is ontwikkeld op de dingen die wij tijdens de wedstrijden hebben gezien of die we bij het komende duel verwachten. Wij geven vrijwel uitsluitend oefenvormen die ook tijdens wedstrijden voorkomen. Natuurlijk houden wij daarbij rekening met de belasting die de speelsters op dat moment aankunnen. Zijn ze vermoeid, dan spelen we op maandag eerder 4-tegen-4 dan 1- tegen-1 en op dinsdag 11-tegen-11 in plaats van 8-tegen-8.”
Werken met scenario's Stroot is een fervent voorstander van het werken met scenario's. “In mijn werkwijze is duidelijkheid heel belangrijk. Ik wil dat de speelsters weten wat we van elkaar verwachten en welke taak bij hun positie hoort. Per positie zijn alle basistaken uitgewerkt. Ook bereiden wij ze zo goed mogelijk voor op situaties die tijdens wedstrijden kunnen ontstaan. Voor al die situaties hebben wij scenario's beschreven, inclusief bijpassende screenshots, zodat zij in het veld niet voor verrassingen komen te staan. Doordat wij de scenario's beschreven én getraind hebben, weten de speelsters in bijna alle gevallen wat ze moeten doen.”
Stroot en zijn staf, waaronder voormalig profvoetballer René Nijhuis die zijn assistent is, hebben meer dan honderd scenario's tot hun beschikking. Ze zijn onderverdeeld in zes specifieke voetbalmomenten: de vaste opbouw uit dode spelmomenten van de eigen ploeg en de tegenstander, de vrije opbouw van beide ploegen en de twee momenten van omschakelen naar balbezit en na balverlies. “Veel van deze scenario's komen zo vaak voor, dat de speelsters automatisch weten wat ze moeten doen. Maar er ontstaan tijdens wedstrijden steeds weer nieuwe situaties, die wij niet eerder hebben meegemaakt. Daar bouwen we dan een nieuw scenario voor. We zijn dus nooit klaar.”
VfL Wolfsburg Stroot geeft vervolgens een aantal voorbeelden van de scenario's die hij met zijn staf beschreven heeft. “Wij speelden dit seizoen voor de beker tegen de vrouwen van VfL Wolfsburg. Toen wij die ploeg gingen analyseren, zagen wij dat zij vanuit een 1:4:2:3:1-formatie de tegenstander van achteruit laten opbouwen om vervolgens met één aanvaller druk te zetten op onze centrale verdedigers (zie situatie 1, VfL Wolfsburg speelt in het donkere shirt, red.).
Situatie 1
Zodra de bal naar een van de vleugelverdedigers ging, werd die door meerdere speelsters onder druk gezet (zie tekening 2). Op dat scenario hebben wij onze ploeg voorbereid, door de speelsters te wijzen op de mogelijkheden die er lagen aan de andere kant van het veld. Het betekende bijvoorbeeld dat wij voldoende speelsters aan de niet-balkant moesten houden om die ruimte te benutten.”
Situatie 2
Op het trainingsveld bereidde Stroot zijn speelsters voor op dat scenario. “De speelsters moeten de ruimtes wel herkennen, net zoals ze moeten zien of wij de mogelijkheid hebben om die ruimte te bereiken door een lange bal te geven of door de tegenstander via een combinatie uit te spelen. Want waarom zouden wij een overtal niet uit kunnen spelen? Veel heeft met de juiste afstanden te maken, sta je te dicht op elkaar dan kan de tegenstander makkelijk drukzetten. Daarnaast zijn doorbewegen, de juiste timing van inzakken en de kwaliteit van de pass enorm belangrijk. In dit geval speelden we in de trainingsvormen voorafgaand aan het duel met Wolfsburg veel 2- tegen-1 en 3-tegen-2 met als doel om tijdens de wedstrijd ruimtes te creëren en te benutten. Dat lukte heel behoorlijk, al verloren we wel met 6-0. Maar dat lag vooral aan het verschil in kwaliteit en omdat wij te veel respect hadden voor Wolfsburg.”
Lange bal Bij elk scenario is voor iedere positie zo goed en zo compleet mogelijk omschreven wat Stroot van zijn speelsters vraagt. Dat hoeven ze niet uit hun hoofd te leren, legt Stroot uit, maar er wordt wel specifiek op getraind. De Duitse coach haalt de lange bal van de tegenstander aan. “Ook voor dat spelmoment gelden vaste taken en afspraken. Zien wij tijdens de wedstrijd dat we er niet goed mee omgaan, dan kijken we eerst wat er fout gaat. Gaat één speelster de mist in, doet onze achterste linie het niet goed of ligt het probleem bij het hele elftal? In de eerste twee situaties pakken we de lange bal bij de maandagtraining op, als we in 1-tegen-1 tot 4-tegen-4-vormen trainen. Ligt het aan het hele team, dan gaan we dinsdag op die situatie in.”
PSV Vervolgens laat Stroot beelden zien van een duel met PSV, waarin de rechtsachter van PSV aan de bal is. “In deze situatie willen wij dat de rechtsbuiten van PSV wordt aangespeeld om dan te bal te veroveren. Dat betekent dat mijn ploeg de passlijn naar die speelster moet openhouden en de andere passlijnen moet afsluiten. Onze linksbuiten moet dus iets naar binnen knijpen, maar tegelijkertijd dicht genoeg bij onze linksback zijn om haar te ondersteunen bij het veroveren van de bal.” Terwijl de beelden doorlopen, zien wij dat de bal inderdaad naar de rechtsbuiten van PSV gaat, die vervolgens zo onder druk wordt gezet dat de bal – via haar – over de zijlijn gaat. FC Twente mag ingooien, toch is Stroot niet helemaal tevreden. “We missen in deze situatie de mogelijkheid om snel om te schakelen. Als onze linksbuiten sneller en met een hogere intensiteit de vleugelverdedigers had geholpen, dan hadden we de bal misschien wel kunnen afpakken en direct de tegenaanval kunnen inzetten. Het scenario was juist, de uitvoering niet. Omdat de basistaak beschreven en duidelijk is, kunnen wij de speelsters heel makkelijk feedback geven, je krijgt geen 'ja maar'-discussies.”
Slotfase Hoe graag Stroot ook met scenario's werkt, voor sommige situaties heeft hij er geen. “Stel dat we in de slotfase van een wedstrijd met 3-2 achterstaan. We spelen alles op alles om gelijk te maken, maar krijgen in de laatste minuut de 4-2 om onze oren. Aan het specifieke spelmoment dat leidt tot de vierde treffer besteed ik nauwelijks aandacht. Wij kijken naar de eerste tachtig minuten van het duel. Wat ging er daarin goed en fout, hoe komt het dat we achterstaan? Wat ik hiermee wil zeggen: we richten veel liever scenario's in op situaties die vaak voorkomen, dan op incidenten.”
Bij zijn start in Enschede was Stroot vooral bezig met het beschrijven van scenario's voor de basissituaties die tijdens de wedstrijden ontstaan. Nu er ruim honderd beschreven zijn, richt hij zich met zijn stafleden hoofdzakelijk op de ontwikkeling van zijn eigen ploeg en mogelijke reacties van de tegenpartij op het spel van FC Twente. “Bij het analyseren van de komende tegenstander kijken wij of we dingen kunnen verwachten die nieuw voor ons zijn. Zo niet, dan ligt het accent in de trainingen op het ontwikkelen van de individuele speelsters én onze speelwijze, waarin wij kansen willen creëren door van achteruit op te bouwen.”
Trainingsvormen Stroot geeft vervolgens een paar voorbeelden van trainingsvormen om scenario's te oefenen, die hij overigens meteen bagatelliseert. “Er is niets spannends aan, het gaat er voornamelijk om hoe en wanneer je ze gebruikt. Wij willen bijvoorbeeld niet dat de tegenstander van achteruit een inspeelpass door het midden kan geven. Als het onze twee aanvallers niet lukt om die pass te blokkeren, dan kunnen wij ze een partij laten spelen tegen twee verdedigers, die op een of twee mini-doeltjes kunnen scoren. In die 2-tegen-2 moeten zij continu voorkomen dat de bal tussen hen door kan worden gespeeld (zie tekening 3).
Tekening 3
Of we spelen een 2-tegen-1 in drie vakken, waarbij de verdedigers moeten voorkomen dat de bal via de vakken naar de overkant kan worden gespeeld (zie tekening 4). Ligt het probleem van de inspeelpass door het centrum niet (alleen) bij de twee aanvallers, maar ook bij de andere linies, dan spelen wij bijvoorbeeld een 8-tegen-8, waarbij beide partijen drie mini-doeltjes moeten verdedigen.”
Tekening 4
Resultaat In de barakken op sportcampus Het Diekman hangt een bordje met de tekst dat de sfeer wordt bepaald door het resultaat. De spreuk is Stroot op het lijf geschreven, vertelt hij. “Het is mijn taak om ervoor te zorgen dat speelsters zich individueel ontwikkelen. Maar wij staan niet iedere dag op het veld om beter te worden of leuk te voetballen. Wij trainen elke dag keihard om wedstrijden te winnen. Daar gaat het zeven dagen in de week om. Om dat te bereiken willen wij zo min mogelijk onduidelijke situaties creëren voor onszelf en de tegenstanders vragen stellen waar ze geen antwoord op hebben. Er komen gelukkig niet veel situaties in wedstrijden voor waar we geen scenario voor hebben.”
Toch is titelprolongatie dit seizoen vooralsnog ver weg. FC Twente is in de winterstop derde in de eredivisie, met zeventien punten uit tien duels. Het gat met de vrouwen van Ajax (vijf punten) en koploper PSV (negen punten) is groot. “Wij worden niet onrustig van plek drie”, legt Stroot uit. “Op basis van de begrotingen horen wij op deze positie, bovendien is dit gezien ons drukke programma voor aanvang van en tijdens het seizoen het maximale voor dit moment. Ondertussen gaan wij enthousiast door waar wij mee bezig zijn: de speelsters opleiden tot professioneel voetballer. Hopelijk bereikt een van hen de absolute wereldtop.”
Wil je het hele artikel lezen?
Log dan in met je account van TrainersMagazine of abonneer je op Het Voetbal KennisPlatform. Je hebt al toegang tot 1000+ artikelen voor minder dan drie tientjes per jaar.