Inloggen
U bent niet ingelogd. Inloggen
Differentieel leren (2): Creativiteit ontwikkelen in small sided games
| Bedankt voor uw mening!
Dinsdag 23 Maart 2021

In het vorige artikel over differentieel leren werd de training op zijn kop gezet. Er werd een leermethode geschetst die impliciet is en waarin variatie een bepalende rol speelt. Het leerproces is hierin niet lineair, maar er wordt uitgegaan van het feit dat leren grillig verloopt. Differentieel leren heeft een duurzaam positief effect op de vaardigheid van voetballers. In dit tweede artikel komt de ontwikkeling van tactisch inzicht en creativiteit door middel van differentieel leren in small sided games aan de orde, aangevuld met praktische handvatten en tips om differentieel leren op te nemen in een (jeugd)voetbalbeleidsplan én de eerstvolgende training.

Tekst: Danny Wals | Beeld : Gerrit van Keulen | Met dank aan: Ruben den Uil & Adrie Poldervaart

Voetballen is differentieel leren
In wezen voldoet voetballen vanuit zichzelf al aan de voorwaarden van differentieel leren. Doordat de bal vrij is, is geen enkele voetbalsituatie identiek. In principe is er altijd ruis aanwezig in de bewegingsuitvoering. Partij- en wedstrijdvormen vormen hiermee een perfecte basis om differentieel leren toe te passen. Bij differentieel leren gaat het er immers om dat de voetballer beter in staat raakt om het bewegingsprobleem op te lossen. Dit kan basaal, bijvoorbeeld door het beter leren raken van de bal bij het dribbelen, maar beter nog is om dit in de context van het voetbalspel te doen. Hiermee voorkomen we dat de ruis, die toegediend wordt, het leerproces juist benadeeld. In het eerste artikel werd al beschreven dat de aanwezige ruis wel in verbinding moet blijven met het oorspronkelijke bewegingsprobleem. Met andere woorden: Te veel ruis gaat ten koste van het leerproces. Aangepaste kleine wedstrijdvormen, zogenaamde small sided games, vormen een uitermate goed uitgangspunt. Het toepassen van differentieel leren in small sided games heeft een positief effect op de ontwikkeling van tactisch inzicht en het creatief vermogen van spelers en speelsters.

Wat zegt de wetenschap?
Caso en Van der Kamp publiceerden in 2020 een onderzoek naar de invloed van small sides games (5-tegen-5, 6-tegen-6 en 7-tegen-7) op de variabiliteit en creativiteit van elite voetbalspelers. In dit onderzoek werden de videobeelden van trainingspartijtjes teruggekeken en werden de voetbalhandelingen geïdentificeerd. Uiteindelijk zijn van 24 professionele spelers in totaal 3555 voetbalhandelingen met en zonder bal in kaart gebracht. De resultaten lieten zien dat er in de small sided games meer acties werden gemaakt dan binnen 11-tegen-11. Daarbij werden er ook meer verschillende acties gemaakt in de kleine partijvormen. In het onderzoek werden in totaal tien creatieve acties gevonden. Dat wil zeggen acties die maar door één of twee spelers uitgevoerd werden en adequaat voor de voetbalsituatie waren. Deze acties kwamen het vaakst voor in de kleine small sides games (5-tegen-5). Binnen 11-tegen-11 kwamen deze creatieve acties niet voor. Ook was opvallend dat er geen verschillen waarneembaar waren tussen verdedigers, middenvelders en aanvallers als het ging om creatieve voetbalhandelingen. De conclusie die Caso en Van der Kamp trokken was dat small sided games de variabiliteit en creativiteit van spelers stimuleert, maar dat meer onderzoek nodig is om dit effect over langere termijn te kunnen generaliseren voor andere doelgroepen. Het lijkt erop dat het spelen van small sided games op zich spelers al uitdaagt tot creativiteit. Dat differentieel leren dit proces kan versterken, blijkt uit onderstaande onderzoeken.

In Portugal is in 2018 onderzoek gedaan naar het effect van differentieel leren op de ontwikkeling van creativiteit van jeugdspelers. Santos en collega’s keken hoe differentieel leren binnen small sided games de creativiteit en het tactische gedrag beïnvloedde. Hierbij werd uitgegaan van het gegeven dat creativiteit in het voetbal inhoudt dat spelers nieuwe, onverwachte en haalbare oplossingen laten zien, waarbij het resultaat een positief effect op de spelbedoeling heeft. Met andere woorden de speler laat een unieke oplossing zien binnen een voetbalsituatie én dit lukt ook nog!

Dit onderzoek werd gedurende vijf maanden gedaan met veertig jeugdspelers in O13 en O15. De resultaten suggereren dat de creativiteit van de spelers uit de differentieel leren-groep ontwikkeld werd, met name op de vlakken met betrekking tot pogingen, veelzijdigheid en originaliteit. Ook maakten deze spelers minder fouten naarmate ze vaker speelden. Tegelijkertijd kozen ze steeds vaker op een gestructureerde manier goed positie in de wedstrijdjes. Hiermee lieten ze zien dat ze het spel steeds beter door begonnen te krijgen. Ervan uitgaande dat binnen differentieel leren geen feedback gegeven wordt, zijn dit opzienbarende resultaten. Santos en zijn team trekken dan ook de conclusie dat differentieel leren grote potentie heeft binnen de ontwikkeling van het tactische en creatieve gedrag van jeugdspelers.

In 2017 presenteerden Coutinho en collega’s, waaronder de grondlegger van differentieel leren, Schöllhorn, een onderzoek naar de invloed van een trainingsprogramma bestaande uit differentieel leren in combinatie met physical literacy op de prestatie van aanvallers in het jeugdvoetbal. Dit deden zij op een internationaal congres dat georganiseerd werd door Barça innovation hub, het centrum voor sportkennis en innovatie van FC Barcelona. De resultaten van dit onderzoek lieten zien dat zowel de technische als tactische prestaties van de aanvallers verbeterden door dit trainingsprogramma. Deze resultaten lijken erop te wijzen dat de aanvallers beter in staat raakten om met de aanwezige ruimte om te gaan. De onderzoekers vermoeden dat door differentieel leren spelers beter worden in het verwerken van de informatie die zij krijgen uit de omgeving en zij een meer onvoorspelbaar patroon van voetbalhandelingen ontwikkelen, waardoor zij moeilijker te verdedigen zijn.

De praktijk
Het lijkt er op dat kleine partijvormen en differentieel leren goede methoden zijn om tactisch bewustzijn en creativiteit van spelers te ontwikkelen. Daar liggen kansen voor de trainer en de spelers en speelsters. Op veel trainingsavonden worden al small sided games gespeeld en deze onderzoeken ondersteunen het gedachtegoed van de hervorming van de wedstrijdvormen binnen het jeugdvoetbal. Het is dan ook interessant om te beseffen dat de integratie van differentieel leren binnen een jeugdvoetbalbeleids- of trainingsplan niet moeilijk hoeft te zijn. Veel wordt namelijk al gedaan, het gaat voornamelijk om het finetunen van datgene dat al gemeengoed is, namelijk veel partijvormen spelen. Daarin kan de trainer op ontelbaar verschillende manieren ruis aanbrengen. Zoals in het eerste artikel al omschreven is kan deze ruis veroorzaakt worden door variatie te faciliteren in de omgeving, de taak of het individu. Zo kunnen er bijvoorbeeld spelregels toegevoegd worden die afwijken van de conventionele regels. Door bijvoorbeeld te spelen met zones waarin spelers niet of juist wel mogen komen, te spelen met een beperkt aantal keer aanraken of meer specifieke regels zoals bondscoach Frank de Boer beschrijft in een interview met VI Pro in november 2020. Hij vertelt over hoe de driesecondenregel bij basketbal hem inspireerde om dit principe ook toe te passen in zijn trainingen: ’Beweeg je rond de spits, maar krijg je de bal niet, dan moet je er weer uit, en komen er anderen. Wat je dan krijgt is dat je je omgeving goed moet scannen.’ De Boer gebruikt deze regel hier met een duidelijke intentie om spelgedrag uit te lokken. Deze regel is ook zonder een specifieke intentie prima in te zetten binnen differentieel leren. Hierdoor wordt ruis aangebracht in de partijvorm en de spelers worden gedwongen om een oplossing te vinden voor dit beweegprobleem.

Andere manieren om ruis aan te brengen zijn het variëren met aantal spelers per team, spelen in wisselende samenstellingen en met overtalsituaties. Je kunt ook ruis aanbrengen door spelers beperkingen op te leggen. Laat ze bijvoorbeeld spelen met hun handen boven het hoofd of hun handen op de heupen, of leg obstakels in het veld. Gebruik hiervoor pylonen, vrije trap-poppen of kliko’s. Wanneer je geen idee meer hebt op welke manier je nog ruis kunt toevoegen, kies er dan voor om bepaalde variaties te combineren. Bijvoorbeeld door te voetballen met een rugbybal in een overtalsituatie, op een ovaalveld met recht van aanval. In tabel 1 zijn nog veel meer manieren omschreven om deze variatie toe te passen.

Tot slot
Er is niet onomstotelijk bewezen dat differentieel leren de beste leermethode is om spelers beter te leren voetballen. Wel blijkt uit de wetenschappelijke literatuur dat differentieel leren de potentie lijkt te hebben om vaardigere en creatievere spelers te ontwikkelen. Het omarmen van differentieel leren hoeft niet bijzonder ingewikkeld te zijn. De verschillende kaders in deze twee artikelen kunnen hiervoor als vertrekpunt worden gebruikt. Op die manier worden spelers niet alleen vaardiger en creatiever, maar zullen zij ook beter in staat raken om om te gaan met wisselende voetbalsituaties en met presteren onder druk.

Differentieel leren opnemen in je trainingsplan
Om differentieel leren toe te passen in de werkwijze en trainingsplan heb je niet per se andere materialen nodig dan die je al hebt liggen. Je kunt immers variëren in individu, taak en omgeving met de reeds aanwezige materialen.

- Zorg voor verschillende soorten ballen. Zorg ervoor dat de ballen verschillen in grootte (maat 1 t/m maat 5), gewicht, manier van stuiteren en kleur
- Zorg voor verschillende merken ballen in plaats van per groep allemaal identieke ballen aan te schaffen. Elke bal heeft zijn eigen kwaliteiten, laat de spelers daar kennis mee maken
- Zorg voor rare ballen. Differentieel leren 2.0: Laat de spelers bijvoorbeeld spelen met een rugbybal of een eggball
- Neem zaalvoetbal en beachsoccer op in je programma.

- Plan regelmatige basistrainingen en wedstrijdjes in op verschillende ondergronden
- Speel op kunstgras, natuurgras, zand, asfalt, tegels, etc.
- Neem op regelmatige basis DL-toernooitjes op in je planning
- Steeds wisselende samenstellingen onder steeds wisselende omstandigheden!
- Gebruik cognitiehesjes (via webshop trainerssite.nl) om de verschillende partijen te onderscheiden

Tips van Ruben den Uil (trainer-coach Sparta O18)
- Doe de eerstvolgende training in ieder geval iets anders dan je de vorige training hebt gedaan en/of dan wat je voorbereid hebt.
- Wil je een trainingsvorm doen die je eerder hebt gedaan? Pas daar iets in aan. Denk hierbij aan de aangrijpingspunten voor differentieel leren: omgeving, taak & individu.
- Pas íets aan in je training. Pas bijvoorbeeld iets aan in een trainingsvorm in een training én pas een keer je trainingsopbouw in een week aan.
- Wijzig eens in je opbouw van een training. Zet andere ingrediënten in een andere volgorde, waarbij je niet per definitie volgens hetzelfde ABC’tje als altijd je training start en volgt.

De auteur
Danny Wals is gespecialiseerd in motorisch leren en het opleiden van trainers. Hij heeft ruime ervaring als voetbaltrainer onder andere voor de KNVB, athletic skills model instructeur (specialist), docent UEFA C Youth voor de KNVB en heeft een master in Physical Education and Sport Pedagogy.







Wilt u het hele artikel lezen?

Log dan in met je account van TrainersMagazine of abonneer je op Het Voetbal KennisPlatform. Je hebt al toegang tot 1000+ artikelen voor minder dan drie tientjes per jaar.

Abonneren voor €29

Of: spaar voor een gratis abonnement door te winkelen in onze webshop

Spaaractie
Het Voetbal KennisPlatform is gratis voor totaalabonnees op TrainersMagazine
Communiceren & leiderschap