Inloggen
U bent niet ingelogd. Inloggen
Frank Wormuth: 50% trainer en 50% coach
| Bedankt voor uw mening!
Donderdag 11 November 2021

Drie jaar geleden streek Frank Wormuth neer in Almelo. Met al zijn ervaringen begon de oefenmeester bij de plaatselijke Eredivisionist en slaagde er telkens in om naast de teamprestaties ook het individu in allerlei opzichten te ontwikkelen. “Ik ben 50% trainer en 50% coach. Voetballen kunnen ze hier allemaal, maar het mentale aspect kan vaak veel doorslaggevender zijn.”

Tekst: Rogier Veenstra | Beeld: Nesimages

Geruisloos werd Wormuth enkele jaren geleden uit Duitsland gehaald. Zijn taak was om Heracles Almelo verder te ontwikkelen en ook dit seizoen presteerde Heracles Almelo weer uitstekend door op de negende plaats te eindigen. Ook al zal hij de laatste zijn die aan zou geven dat hij daar zelf een zeer belangrijke rol in heeft gespeeld, intimi weten wel beter. Hij maakte met Heracles Almelo de stap naar de subtop van de Eredivisie en zorgde ervoor dat enkele spelers, die elders niet uit de verf kwamen, zich dusdanig ontwikkelden en mede daardoor mooie transfers verdienden. De vraag is natuurlijk: welke rol heeft Wormuth daarin gespeeld en welke aanpak koos hij? Uitgebreid neemt hij de tijd voor om TrainersMagazine inzicht te geven in zijn werkwijze. In zeer goed Nederlands legt hij daags voor de derby tegen FC Twente uit dat hij spelers door allerlei methodes dusdanig goed leert kennen, dat hij weet welke aanpak hij moet hanteren. De speelwijze gaat de diepte in, met veel patronen en principes. Spelers hebben in iedere situatie houvast gekregen van de trainer, maar de coach Frank Wormuth is volgens hem minstens zo interessant. “Elke dag is voor mij een uitdaging. Het is mijn opdracht om dingen te zien door de ogen van de speler, om ze echt in hun kracht te laten spelen. Dat is een deel psychologie en een deel gezond verstand.”

De basis
De in het Duitse Mittelbaden opgegroeide Wormuth maakte na een kortstondig leven als profvoetballer inmiddels al een kleine 30 jaar geleden de stap naar het trainersvak. Inmiddels kan hij terugkijken op mooie banen, zoals het assistent trainerschap onder Joachim Löw bij Fenerbahçe, de klus als hoofdtrainer van het O20-team bij de Duitse voetbalbond en het opleiden van coaches bij diezelfde organisatie. Toch zijn het juist de andere niveaus waar hij de basis legde voor de mentale aspecten binnen het voetbal. “Voordat ik begon als trainer had ik weliswaar een sportopleiding afgerond, maar had ik natuurlijk nog geen idee hoe ik met een groep aan de slag moest gaan. Laat staan de ontwikkeling op psychologisch vlak en de meerwaarde daarvan. Die interesse werd gewekt toen ik op het zevende niveau bij een club begon te werken. Ik was daar namelijk alles.

Hoofdtrainer, assistent-trainer, keeperstrainer en ik maakte zelfs het veld in orde. Op deze manier leerde ik natuurlijk wel heel snel de verschillende functies en rollen binnen een team kennen en ook vooral het belang daarvan. Als iedereen zich prettig en gewaardeerd voelt, kan er pas een eventuele ontwikkeling, op welk gebied dan ook, plaatsvinden. Nu, bijna 30 jaar later, heb ik dat met alle ervaringen en opleidingen natuurlijk ontwikkeld, maar de basis en meerwaarde daarvan leerde ik destijds kennen.”

De speler staat centraal
Het geheel is meer dan de som der delen. Een uitspraak van de Griekse filosoof en wetenschapper Aristoteles die in eerste instantie natuurlijk heel erg slaat op de meerwaarde van het team als geheel. Veel trainers zeggen dan ook vaak: ‘we moeten het met z’n allen doen.’ Wormuth sluit zich hierbij aan, maar maakt wel graag een kleine kanttekening. “Ik ben van mening, wanneer een team optimaal presteert, het individu ook top is. Oftewel: ieder afzonderlijk deel moet ook 100% zijn. In allerlei opzichten: voetballend, maar vooral ook psychisch. Het is dus aan mij als coach de taak om dat deel ook 100% te laten functioneren. Dat is beter voor de speler, voor de club en uiteindelijk voor iedereen. Binnen een speelwijze waar je als team afspraken over maakt, moet ook het individu in orde zijn en de coach speelt daarin een belangrijke rol. Daarom staat bij mij de speler altijd centraal.”

“De speler kan worden beïnvloed door de trainer/coach, door zijn team en door zijn omgeving. Bij elk gesprek dat ik met een speler voer, heb ik altijd drie zaken voor ogen:
- Ontwikkelen
- Veranderen
- Optimaliseren

Een speler moet iets ontwikkelen en daarvoor moet er soms iets worden veranderd. Perfectie is onmogelijk en daarom kies ik voor optimalisering. Op het moment dat ik de rol van coach aanneem en met een speler in gesprek ga, hebben deze drie begrippen niets met de voetbalinhoudelijk zaken te maken. Dus tijdens de wedstrijd- en trainingscoaching draait het om de speelwijze, bij alle overige coachzaken draait het om andere dingen die de mentale ontwikkeling moeten bevorderen. Wel is het natuurlijk zo dat het een met het ander te maken kan hebben. Schakelt een speler in mijn ogen niet fanatiek genoeg om als we de bal verliezen, dan lijkt dat te maken te hebben met de speelwijze, maar de reden dat een speler dit doet, kan ook een mentale kwestie zijn. Daar probeer ik tijdens de vele gesprekken met mijn spelers dan achter te komen door mij te verplaatsen in de speler. Alles wat hij tegen mij zegt, vat ik niet persoonlijk op en ik probeer echt door zijn ogen te kijken om de situatie te kunnen begrijpen. Of het nou om ontwikkelen, veranderen of optimaliseren gaat, coaching is voor mij samen op zoek gaan naar een oplossing.”

Adviseur zonder advies
Wormuth probeert dus tijdens de vele gesprekken die hij met zijn spelers voert te denken als de speler. Hij moet echter altijd eerst uit zijn rol als trainer stappen, want de meeste spelers zien toch de trainer, in hun ogen de baas, voor zich zitten. Dat gevoel probeert de oefenmeester dan ook altijd zo snel mogelijk weg te nemen bij zijn spelers. “Ik zit daar op dat moment absoluut niet voor mezelf, maar voor mijn speler. Ik probeer bewustwording bij de speler te creëren, bij elk gesprek. Ik wil dat hij tot oplossingen komt tijdens het gesprek, waardoor hij zichzelf kan ontwikkelen, veranderen, dan wel optimaliseren. Ik ben op dat moment een adviseur zonder dat ik advies geef. Dat lijkt enigszins tegenstrijdig, maar als adviseur kan ik bepaalde vragen stellen, waardoor de inhoud van het gesprek een bepaalde richting opgaat, terwijl de speler zelf de antwoorden en dus de oplossingen aangeeft. Hierdoor wordt hij ook zelf verantwoordelijk voor zijn eigen ontwikkeling, omdat hij door de gegeven antwoorden zijn eigen plan opstelt. Het is voor mij dan ook heel belangrijk om voorafgaand aan elk gesprek goed te bepalen wat het doel van het gesprek moet zijn, zodat ik daar mijn vraagstelling op aan kan passen. Als trainer kan ik wat betreft de speelwijze dominant zijn in mijn manier van coaching. Er zijn afspraken binnen aanvallen, verdedigen en omschakelen en die moeten duidelijk zijn en te allen tijde worden nagekomen. Dan is het soms goed om daar heel duidelijk in te zijn en zodoende weinig ruimte over te laten voor andere keuzes. Tijdens gesprekken hanteer ik juist het tegenovergestelde. Ik ben de begeleider en stel de vragen, zonder antwoord te geven. Die rol is in mijn ogen belangrijk om een speler op mentaal vlak te ontwikkelen. Een coach vraagt, een trainer zegt.”

Lichaamstaal
“Ik ga altijd op zoek naar een zogeheten energiepiek. Het is een reactie van een speler tijdens een gesprek die mij opvalt. Als een speler minder presteert op het veld en je benieuwd bent of het simpelweg een vormkwestie is of dat er meer speelt, is het belangrijk om je ogen goed de kost te geven tijdens zo’n gesprek. Vaak begin ik dan over zijn privésituatie. Hoe gaat het thuis, heb je het naar je zin in je nieuwe woning of heb je nog veel contact met je zaakwaarnemer? Het is dan weleens voorgekomen dat je aan de lichaamstaal van een speler merkt dat hij net even wat anders reageert als bijvoorbeeld de zaakwaarnemer ter sprake komt. Dat noem ik de energiepiek. Vervolgens ga ik er niet verder op in, maar stel nog een paar luchtige en open vragen. Wanneer ik na een paar minuten weer ‘toevallig’ terugkeer bij de zaakwaarnemer en zijn reactie is weer anders en opvallend, dan zegt zijn lichaamstaal indirect dat dit onderwerp weleens de oorzaak kan zijn van zijn mindere optredens op het veld. Op deze manier ben ik zonder heel direct op het onderwerp af te stappen toch tot de kern van het probleem gekomen en kunnen we het erover hebben en wederom zoeken naar een oplossing.”

“Lichaamstaal zegt dus heel veel. Er wordt ook beschreven door specialisten dat de houding van spelers heel veel zegt over hun gemoedstoestand. Armen over elkaar, het niet aankijken van de gesprekspartner, heel kort antwoorden of onderuitgezakt zitten. Over elke houding of uiting valt wel iets te zeggen. Toch probeer ik hier ook mijn gezonde verstand te gebruiken. Het wil dus niet altijd zeggen, wanneer iemand een bepaalde houding aanneemt of op een bepaalde manier reageert, hem ook iets dwarszit. Dat moet je goed kunnen aanvoelen als coach. Door alle gesprekken en uren op het trainingsveld weet ik hoe mijn spelers in elkaar steken. Dat is niet altijd makkelijk, je moet je spelers goed kennen, maar het is echt de moeite waard. Het mentale aspect en de ontwikkeling daarvan is misschien wel meer waard dan de voetbalinhoudelijke ontwikkeling.”

Even een stapje terug
Trainers zijn doorgaans extravert. Spraakzaam gedrag is daar een kenmerk van. Dat doet Wormuth dan ook graag. Hij is aanwezig, op het veld en daarbuiten. Hij zit vol passie als het gaat over voetballen. Toch neemt hij tijdens de conversaties met zijn spelers vaak bewust even een stapje terug, want de emotie mag wat hem betreft nooit de overhand nemen. “Het is zo makkelijk om je mening te geven over een speler. Het ligt ook heel erg voor de hand om tijdens gesprekken toch je gevoel of emotie het te laten winnen van het verstand, maar dat probeer ik altijd te vermijden. Ik zeg niet dat het me altijd lukt, maar degenen die me kennen, weten dat er dan wel echt iets heeft plaatsgevonden wat ik simpelweg niet kan accepteren. In andere gevallen voel ik me heel verantwoordelijk voor mijn eigen gedrag en verlies ik het doel niet uit het oog: ontwikkelen, veranderen en optimaliseren.”

“Het komt natuurlijk weleens voor dat een speler tijdens een seizoen het idee heeft dat ik het totaal niet in hem zie zitten. Bijvoorbeeld als een speler na eerst een basisspeler geweest te zijn, op de bank terechtkomt. Of als die speler een aantal keer moet warmlopen, maar uiteindelijk niet invalt. Dat soort zaken kunnen allemaal voor een bepaald spanningsveld tussen trainer en speler zorgen. Dan kunnen de emoties van zo’n speler tijdens een gesprek weleens hoog oplopen. Mijn gevoel zegt dan weleens: zeg dat hij harder moet trainen, niet moet zeuren en positiever moet worden anders speelt hij helemaal niet meer. Maar het verstand wint het gelukkig door mijn ervaring nagenoeg altijd. Ik wil het team ontwikkelen, elke dag. Ik heb daar elke speler voor nodig en ondanks dat ik er soms iets heel anders van vind, houd ik mijn mond. Ik doe een stapje terug, probeer wederom door de ogen van de speler te kijken en beoordeel hem niet op basis van zijn mening. Vaak is de speler zijn negatieve gevoel al voor een groot gedeelte kwijt en houd je een band met elkaar en die is nodig om te presteren.”

Bij Heracles Almelo hebben ze dus het geluk dat de hoofdtrainer ook dagelijks de rol van coach aanneemt en zich verplaatst in zijn spelers. Toch is er een duidelijk verschil tussen de coach en de psycholoog, aldus Wormuth.

“Als spelers met mij en met een psycholoog praten, verwacht ik wel dat er overeenkomsten te vinden zijn. Ik heb mijn technieken die af te leiden zijn uit de psychologie, maar heb natuurlijk geen titel. Ik denk dat ik spelers dus erg kan helpen, maar in sommige gevallen is een psycholoog beter. Daar kan ik ook heel eerlijk in zijn. Lukt het volgens mij niet en heb ik er alles aan gedaan, dan verwijs ik iemand door. Er is echter wel een groot verschil in de vraagstelling. Een psycholoog vraagt altijd naar het ‘waarom’. Ik vraag altijd naar het ‘hoe’. Hoe kun je dat ontwikkelen, veranderen of optimaliseren?

De sterspelers
De 60-jarige coach steekt dus veel energie in het leren kennen van zijn spelers. Dit moet volgens hem resulteren in een goed functionerend team, waarbij elk individu optimaal presteert. Doordat Heracles Almelo natuurlijk niet in staat is om elk jaar de beste spelers uit de Eredivisie aan te trekken, komt het geregeld voor dat er spelers aangetrokken worden waar een krasje op zit. Toch slaagde Wormuth met zijn aanpak erin om de afgelopen jaren enkele spelers zich in de kijker te laten spelen, terwijl zij de jaren daarvoor nauwelijks opvielen. Zo bekroonde spits Cyriel Dessers zich na een minder jaar bij FC Utrecht tegen alle verwachtingen in tot topscorer van de Eredivisie. Dit seizoen zijn de ogen vooral gericht op Rai Vloet. Met zijn pas 26 jaar, versleet hij de ene na de andere club in binnen- en buitenland zonder al te veel furore te maken, maar dit seizoen is alles anders. Als middenvelder vond hij maar liefst zestien keer het doel en staan de clubs in de rij. Welke rol speelde Wormuth hierin en waarom lukt het hem toch telkens weer om zijn spelers zo in hun kracht te laten voetballen?

“Ik had bij beide spelers natuurlijk al snel door dat ze heel goed konden voetballen. Vloet stond jarenlang te boek als een groot talent en Dessers scoorde er bij NAC al lustig op los. Ik heb er bewust voor gekozen om de eerste drie maanden van het seizoen heel intensief met hen aan de slag te gaan. Ik wilde ze leren kennen, waarom was het de voorgaande jaren minder gegaan, hadden ze nog de intrinsieke motivatie om nog een stap te maken en op welke vlakken kon ik hen nog helpen en verbeteren? Dat begon met de speelwijze. Elke training weer maakte ik duidelijk hoe zij hun eigen kwaliteiten het beste konden gebruiken binnen onze manier van voetballen. Daarnaast voerden wij veel gesprekken, zodat ik hen leerde kennen. Dat was best intensief. Toen alles op z’n plek viel en de spelers met veel zelfvertrouwen wedstrijden speelden en ook beslisten, liet ik ze met rust. Dat deed ik bewust. Het was tijd om de teugels een beetje te laten vieren, maar ik hield wel goed in de gaten wanneer ik ze weer even naar mij toe moest trekken.”

“De aandacht van de media ging naar hen, ze stonden in de picture. Daar moet je wel mee om kunnen gaan. Dat wil niet zeggen dat je geen slechte wedstrijd meer mag spelen, maar ik mag je dan ook wisselen. En in interviews ging het natuurlijk al snel over mogelijke interesse en vervolgstappen. Dat is voor mij het moment om ze weer even apart te nemen. Een klein gesprekje, waarin ik vraag hoe het met ze gaat. Ik veroordeel welk gedrag dan ook niet, maar vraag wel aan ze of dat de club vooruithelpt, hoe zij denken dat medespelers daar tegenaan kijken en of het henzelf helpt richting de toekomst. Ik stel dus weer circulaire vragen. Daarnaast deden mijn spelers mee aan een cursus leiderschap, die intern werd aangeboden. Dat was een mooi proces. Intensief samenwerken, bewust even loslaten om de spelers vervolgens weer even in hun juiste mindset te zetten.”

Hulpmiddel
Wormuth is dus veelal een coach. Hij gebruikt veel modellen uit de psychologie die volgens hem bijdragen aan het in kaart brengen van de persoon achter de voetballer. Op het moment dat hij dat weet, kan hij namelijk zijn manier van coachen daarop aanpassen. Iedere speler binnen een groep is namelijk anders. Er zijn etnische verschillen, de thuissituatie is anders en de karakters zijn verschillend. Wanneer hij dit goed in beeld heeft, kan hij iedere speler op een bepaalde manier benaderen, waardoor uiteindelijk elke speler ook optimaal kan functioneren. “Ik gebruik hier vaak in het begin van het seizoen de persoonlijkheidstests van Stefanie Stahl voor. Deze staan beschreven in het boek ‘So bin ich eben!’. Dat helpt mij enorm om de spelers beter te leren kennen.”

“Is een speler introvert of extravert, praktisch of kunstzinnig, geordend of chaotisch? Het zijn allemaal kenmerken van mensen die ertoe leiden dat ik spelers op de juiste manier kan benaderen, waardoor het voor het hele team simpelweg beter werkt. Soms moet ik bij een speler een verhaal vertellen om hem iets duidelijk te maken en bij iemand anders kan ik gelijk zeggen wat ik ervan vind. Ik weet dus al vrij snel na het invullen van de 40 vragen die bij de test horen en de horoscopen met alle extra zaken hoe iemand in elkaar steekt en wat de beste benadering is om hem in zijn kracht te laten spelen.”

Wormuth is dus een trainer en coach in een. Hij is zich er altijd van bewust welke rol hij moet innemen en vindt de meerwaarde van een coach minstens zo belangrijk als die van een trainer. De technieken die hij hanteert in combinatie met het gezonde verstand dat hij gebruikt zorgt er bij Heracles Almelo al jaren voor dat er op de ranglijst eerder naar boven dan naar beneden gekeken kan worden en spelers in zeer leergierige omgeving zich kunnen ontplooien tot de beste versie van henzelf. En dat allemaal met dank aan de coach Frank Wormuth.
 
MANIER VAN BEGELEIDEN
Bij elk gesprek stelt Wormuth zichzelf één hele belangrijke vraag: wat kan ik teweegbrengen? Hiervoor gebruikt de oefenmeester een aantal interessante technieken om eventuele problemen op te lossen. Hieronder legt hij er een aantal uit, altijd weer afhankelijk van de persoon waar hij mee te maken heeft. Want iedereen is tenslotte anders en daardoor helpt dus niet altijd dezelfde aanpak. Maar aangezien hij zijn spelers goed kent, weet hij ook welke aanpak hij moet kiezen.
 
REFRAMEN
“Bij reframen draait het om het veranderen van het kader. Ik heb een speler gehad die ontzettend onzeker werd als hij de bal in bezit had. Vaak verloor hij de bal, wilde op een gegeven moment zelfs niet meer aangespeeld worden en ging zich verstoppen. Zijn glas was absoluut half leeg. Ik heb met hem gezeten en gevraagd naar een van onze kwaliteiten op het veld als we de bal verloren. Hij gaf aan dat we dan gelijk druk op de bal geven met de gehele ploeg en dat levert heel vaak een balverovering en zelfs een kans op. Dus zie het als een ‘aanvalpass’, zei ik. Doordat jij de bal naar de tegenstander speelt, kunnen wij iets doen waar we enorm goed in zijn, namelijk druk op de bal geven. Ik maakte het glas weer halfvol en hij verloor al snel aanzienlijk minder ballen.”
 
RELATIVEREN
“Onder relativeren versta ik meer het vinden van de juiste balans. Ik heb gewerkt met een speler die niet fanatiek druk op de bal gaf. Hij sprintte niet naar de speler met de bal en bleef ook vaak op afstand staan. Ik heb hem duidelijk gemaakt dat dit veel fanatieker moest gebeuren. Dat er echt duels gespeeld moeten worden. Ik had het nog niet gezegd of hij pakte een rode kaart en een paar weken later weer. De balans was er dus niet. Hij ging van geen druk naar veel te veel druk. Ik heb toen gezegd dat hij het niet met zijn voeten moest doen, dus geen harde tackle, maar met zijn handen. Een duwtje of even aan het shirtje trekken. Hij pakte nooit meer rood, maar is sindsdien wel veel fanatieker druk gaan zetten.”
Wilt u het hele artikel lezen?

Log dan in met je account van TrainersMagazine of abonneer je op Het Voetbal KennisPlatform. Je hebt al toegang tot 1000+ artikelen voor minder dan drie tientjes per jaar.

Abonneren voor €29
Het Voetbal KennisPlatform zit inbegrepen in het totaalabonnement van TrainersMagazine
Communiceren & leiderschap