Inloggen
U bent niet ingelogd. Inloggen
Kees van Wonderen: pragmatisch en flexibel
| Bedankt voor uw mening!
Dinsdag 25 Juli 2023

Na twee jaar Go Ahead Eagles is Kees van Wonderen bezig aan zijn eerste seizoen bij SC Heerenveen. TrainersMagazine ging langs bij hoofdtrainer Van Wonderen en assistent-trainer Paul Simonis om over hun voetbalvisie te spreken.

Tekst: Paul van Veen | Beeld: Orange Pictures

Wat is jouw voetbalvisie?
“Ik sta voor een goed georganiseerd elftal dat in alle teamfuncties goed samenwerkt. In de huidige tijd moet dat op een intensieve manier, want de wedstrijden zijn tegenwoordig zo intens dat je daarin mee moet. Dat geldt in alles: in de opbouw, in het afjagen van de tegenstander of het compact verdedigen.”

“Voor mij is daarin niet één manier heilig. SC Heerenveen is vorig jaar het seizoen sterk geëindigd en heeft uiteindelijk de finale van de play-offs gehaald door te spelen in een 5:3:2-systeem. Dan zou ik het raar vinden wanneer ik als nieuwe trainer iets wat goed gaat zomaar overboord gooi. Die spelers hebben daar een goed gevoel bij en ik vind dat je dan verder moet bouwen op hetgeen wat goed is. Daar was de club het ook mee eens, al is het DNA van SC Heerenveen eigenlijk wel dat ze attractief voetbal in een 4:3:3 met buitenspelers willen spelen.”

Is dat niet moeilijk als trainer?
“Het maakte het vooral interessant. Het was namelijk een manier waarop ik als trainer zelf nog niet vaak gespeeld had. Bij Go Ahead Eagles hadden we tegen zware tegenstanders weleens met vijf verdedigers gespeeld, maar daar lag de nadruk op het verdedigend extra solide maken en niet als expliciete speelwijze. In die zin was het ook een beetje een ontdekkingsreis om te kijken hoe je bijvoorbeeld het beste op het middenveld kan spelen in een dergelijke organisatie.”

“De resultaten waren best redelijk, maar we kregen met deze veldbezetting niet echt ‘schwung’ in het team. We gaven niet veel weg, maar we kregen ook niet veel kansen en iedereen was het erover eens dat het niet echt attractief was om naar te kijken. Na tien wedstrijden hebben we er uiteindelijk toch voor gekozen om terug te gaan naar het 4:3:3-systeem.”

“Hoewel een formatie maar een formatie is en het tegenwoordig veel meer draait om het toepassen van principes, onafhankelijk van de formatie waarin je speelt, merkte je vanaf het begin dat het wel veel frisser oogt. Vooral de supporters waren een stuk enthousiaster.”

“Dus als ik mijn visie moet samenvatten, dan denk ik dat ik vooral een pragmatische visie heb, waarbij ik goed kijk naar de club waar ik train, goed kijk naar het beschikbare materiaal en wat er al goed gaat en waar ze vandaan komen, en ik probeer daar flexibel mee om te gaan. Daarnaast, als het nodig is, moet je daar weer in kunnen veranderen.”

Betekent dit dat dit dus ieder jaar anders kan zijn?
“Dat klopt. Ik denk dat ik dat ook wel geleerd heb in mijn tijd bij Go Ahead Eagles. We promoveerden, hadden de laagste begroting in de eredivisie en dan moet je wel een manier verzinnen om je te kunnen handhaven in de eredivisie. In die situatie kun je niet zeggen: we willen attractief voetbal spelen en met veel ruimte in de rug hoog druk zetten.”

“Als staf moet je dan heel creatief zijn en handelen. Soms moet je een andere afslag durven nemen. Dat is voor mij ook heel interessant, want de ontwikkeling van een speelwijze in zo’n situatie is heel anders dan het jaar ervoor waarin je bovenin meespeelt.”

Hebben spelers hier ook een stem in?
“Ja, het is belangrijk om ook de mening van de spelers te weten. Natuurlijk heb ik hier bij SC Heerenveen voorafgaand aan het seizoen spelers gebeld en heb ik ze gevraagd wat hun kijk op de club en op zichzelf is. Daarin vraag je wat ze goed vinden en wat ze graag anders zouden willen zien. In dat soort gesprekken kun je ook al aangeven wat ze van het volgende seizoen kunnen verwachten.”

Is dat omslagpunt na tien wedstrijden een groot ding of valt dat wel mee omdat de principes hetzelfde blijven?
“Ik vind dat best wel een groot ding, omdat je toch wel heel anders op het veld staat. Zoals gezegd, in die tien wedstrijden daarvoor werden we best wel als voorspelbaar, saai, niet-dominant en reagerend gezien. We creëerden ook niet veel kansen.”

“Direct vanaf het moment dat we geswitcht zijn, zijn we veel meer kansen gaan creëren, waren we vaker aan de bal en was het veel leuker om naar te kijken. Het moment dat we naar 4:3:3 zijn gegaan was in de rust van de wedstrijd tegen FC Volendam en je zag het direct. We wisten die wedstrijd ook nog eens in het resultaat om te keren. In een 4:3:3 zijn de posities wat beter bezet, waardoor je gewoon tot logischer spel komt.”

Ben je hierdoor dan ook verdedigend kwetsbaarder?
“Ik denk dat dat wel meevalt, dat bleek in ieder geval niet in de eerste periode. We zijn weliswaar na de winter wel kwetsbaarder geworden, maar ik denk dat dat vooral komt door de verandering van de selectie (onder andere door de blessures van belangrijke spelers als Andries Noppert en Sven van Beek, red.).”

“Als je nu naar de wedstrijden kijkt, dan denk ik dat we best wel goed spelen en competitief meespelen, maar dat we de goals gewoon wat makkelijker tegen lijken te krijgen.”



Hoe probeer je dit te keren?
“In mijn ogen bestaat dit uit drie factoren. De factor analyseren, de factor tijd en de factor stabiliteit.”

“Het begint met het analyseren hoe wij de goals tegen krijgen. Uit deze analyse bleek dat we veel goals tegen krijgen door verkeerde keuzes in het individuele verdedigen. Vervolgens moet je dit vertalen naar de praktijk. Dit benoemen we dan ook, laten we dan ook aan de spelers zien en daar trainen we op.”

“Ten tweede moet je accepteren dat dit tijd kost. Dat is morgen niet opeens honderd procent beter. Met een aantal nieuwe jongens in de groep moet je ze tijd geven om dat te verbeteren en te wennen aan het spelen met elkaar.”

“Daarnaast moet je vertrouwen hebben in de weg en deze weg blijven volgen. Dit zorgt namelijk voor stabiliteit. Natuurlijk blijven wij als staf steeds kijken of we aanpassingen kunnen doen, maar je moet de weg blijven volgen.”

Zie je daarin vooruitgang?
“In bepaalde momenten wel, maar zoals ik zei: dat kost tijd en gaat heel langzaam. Een ontwikkeling van spelers is grillig, dat gaat met ups en downs. Je hebt wedstrijden waarin het heel goed gaat, maar vervolgens zie je ook twee wedstrijden waarin je zeven goals tegen krijgt.”

“Soms is het dus twee stappen vooruit en even later ook weer twee stappen achteruit. Resultaten zijn hier heel belangrijk in. Je ziet ook dat zo’n wedstrijd tegen RKC een beetje in de groep is gaan komen. In die wedstrijd spelen we heel goed, staan 1-0 voor met kansen op meer en opeens sta je met 1-4 achter. Je ziet dan ook in de spelersgroep een gevoel komen als we goed spelen van: het zal toch niet weer zo zijn dat we goed spelen en toch verliezen? Dat zie je dan in andere wedstrijden, zoals tegen Sparta, ook weer terug. Het is ongelooflijk dat we die wedstrijd met 4-0 verliezen.”

Ga je dan bijvoorbeeld ook trainingsvormen doen om meer te werken aan het gevoel van de groep?
“Nee, niet in die zin. We proberen ons vooral te richten op het proces. Natuurlijk doen we wel vormen om de voetbalhandelingen van situaties van de afgelopen wedstrijden te verbeteren. Stel, we krijgen een aantal goals tegen waarbij een verdediger een tegenstander in een 1-2-combinatie kwijtraakt, dan doen we bijvoorbeeld 2-tegen-2 met 2 kaatsers op de zijlijn. Daarin proberen we op details te coachen, door bijvoorbeeld het juiste voetenwerk, zodat je klaarstaat voor zowel de actie met bal als de loopactie zonder bal.”

Hoe speel je in jouw ogen een moderne 4:3:3 met buitenspelers?
“Het begint natuurlijk met de kwaliteiten van de spelers. Osame Sahraoui, die we in de winter hebben aangetrokken, is een creatieve jongen die vanaf de buitenkant kan spelen. Ché Nunnely is ook een jongen die vanaf de zijkant speelt. De laatste weken kiezen we vaker voor Simon Olsson die meer aan de binnenkant speelt als extra middenvelder, wat juist weer de ruimte geeft voor vleugelverdediger Milan van Ewijk om op te komen. Zo kun je in de 4:3:3 optimaal gebruikmaken van jouw eigen kwaliteiten.”



Welke trainers inspireren jou?
“Roberto De Zerbi is iets unieks aan het doen bij Brighton. Dat is weer een heel andere dimensie. Het lijkt half zaalvoetbal en knap dat hij het ook bij die club voor elkaar krijgt. Spelers krijgen bij hem vrijheid, maar wel heel duidelijke kaders waarbinnen ze oplossingen moeten vinden. Dan denk je dat alles inmiddels verzonnen of gedaan is, maar dit vind ik echt een eigen manier waar je de stempel van de trainer zo duidelijk ziet.”

“Niet alleen dat vind ik interessant, maar ik ben dan ook bijvoorbeeld heel benieuwd wat Ten Hag dan gaat verzinnen als hij tegenover De Zerbi moet spelen. Leicester ging dan met twee druk zetten, terwijl Ten Hag het weer met één deed. Maar je moet daar iets op verzinnen, anders ga je er natuurlijk helemaal af. En zelfs met een goede tactische tegenzet kunnen ze er onderuit spelen.”

“Maar ik kan ook genieten van hoe Newcastle als team zo georganiseerd kan verdedigen en aanvallen. Je ziet daar echt één team met één taak: met zijn allen spelen en daar veel energie in stoppen en dat volhouden. Dat is echt een mooi voorbeeld van alle teamfuncties samen als team uitvoeren en volhouden, op het hoogste niveau.”

“Daarnaast kan ik ook heel erg genieten van trainers die het lang bij een club volhouden. Als je al die jaren van Klopp bij Liverpool ziet, hoe veeleisend hij is, dan vind ik dat heel mooi. Maar ook een Simeone, hoe hij al die jaren niet veel onder doet voor Barcelona en Real Madrid. Maar ook Arteta is enorm interessant. Ik vind het ook mooi dat een club als Arsenal er gewoon voor kiest om hem zijn werk te laten doen en lang deed hij mee om het kampioenschap.”

“Maar ook in eigen land met bijvoorbeeld Arne Slot. Ik heb natuurlijk jarenlang bij Feyenoord gezeten en zag de potentie die die club heeft, maar het kwam er eigenlijk nooit echt uit. Nu zie je met Slot ontwikkeling in de speelwijze, het waarde creëren op het veld, jonge talentvolle spelers die daarin meegaan. Dat is mooi om te zien.”
“Er is dus genoeg inspiratie, maar ik vind het vooral mooi om te zien als spelers heel duidelijk van elkaar weten wat we ze samen doen in het verdedigen, het aanvallen en het omschakelen. Dat je dus echt kapstokken en patronen terugziet en dat ze in zo’n stabiele situatie terechtkomen dat ze spelers aantrekken die passen bij de manier van spelen.”

Hoever ben je hierbij voor je gevoel bij SC Heerenveen?
“We zijn daarin onderweg om uiteindelijk het DNA van SC Heerenveen weer op het veld te laten zien en daar uiteindelijk op verder te bouwen.”

Was je bij Go Ahead verder in het proces?
“Het is denk ik wel een beetje vergelijkbaar, omdat het eerste jaar ook daar moeizaam was. Op een gegeven moment kwam er een omslag. Ik denk dat je altijd door moeilijke fases heen moet als je iets op wilt bouwen, zoals bijvoorbeeld ook Arteta bij Arsenal.”
In jouw tijd bij Go Ahead zei Roger Schmidt dat jullie de beste ploeg waren waar hij tegen gespeeld had. Was je toen ook heel tevreden?

“Ik was heel erg tevreden over hoe we in die specifieke wedstrijd tegen PSV hebben gespeeld. We hebben ze het op een voetballende manier heel moeilijk gemaakt, zeker met de mogelijkheden die we toen hadden, hebben we dat heel behoorlijk gedaan.”
“Daar waren we in een fase met het elftal waarbij de poppetjes op de juiste plek stonden en we inderdaad als elftal heel duidelijk van elkaar wisten hoe we gingen aanvallen, verdedigen en omschakelen.”

Ook al scheelt het qua punten niet zoveel met Go Ahead, is het toch een heel andere omgeving denk ik?
“Ja, dit is van origine een club met meer mogelijkheden en hoge verwachtingen.”

Hoe merk je dat?
“Vooral in faciliteiten zijn hier net wat meer mogelijkheden. We verkopen hier een speler voor 11-12 miljoen en je kunt ook weer wat makkelijker een speler terugkopen.”

Kun je genieten van het schaakspel als trainer?
“Jazeker, ik vind het interessant om in iedere wedstrijd een manier te vinden dat je een kans maakt, ook als de tegenstander op papier beter is. Dat betekent tegen de grote ploegen soms wat verdedigender spelen, maar het nadeel daaraan is dat je soms als trainer heel snel een stempel krijgt. Het beeld wat de buitenwereld soms van mij heeft, is dat ik een heel verdedigende coach ben. Dat komt natuurlijk omdat we met Go Ahead tegen Ajax heel verdedigend hebben gespeeld en we dat dit seizoen met SC Heerenveen tegen Feyenoord ook hebben gedaan.”

“Dat hebben we heel goed gedaan, maar je moet je wel realiseren dat je dan vaak toch nog wat geluk nodig hebt. Ploegen als Ajax of Feyenoord krijgen altijd kansen en dan moet het net even meezitten. Maar dat vind ik wel twee voorbeelden van wedstrijden die ik echt heel mooi vond. Ik kan vooral genieten van de weg ernaartoe. Het maken van een plan, het bespreken met de staf en de spelers en zien dat het plan gedragen wordt door de spelers. Als je dat dan zo aanvliegt en het lukt, dan vind ik het wel mooi dat het er dan op die manier uitkomt.”

“Tegenwoordig is iedere wedstrijd anders en dat betekent dat je dynamisch moet zijn. Wij spelen nu zelf tegen ploegen als Cambuur of Groningen die tegen ons vanuit een gesloten verdediging in een 5:3:2 spelen en dan moeten wij oplossingen verzinnen. Dit vraagt om omgaan met verschillende situaties.”

“Daarbij is het Nederlands elftal natuurlijk ook interessant. Ook daar is tijdens het WK veel kritiek geweest op hoe ze speelden en dat is weer vergelijkbaar met onze beginperiode bij SC Heerenveen. Een beetje reactief, weinig kansen, niet bepalend, maar het zorgt wel voor het halen van resultaat. Maar ook veel mensen vinden dan weer dat dat niet bij Nederland past. Vervolgens gaan wij weer tegen Frankrijk spelen in de EK-kwalificatie en worden we met 4-0 van het veld gekegeld. Dan was 5:3:2 misschien niet eens zo slecht.”

“Dus ik denk dat je als trainer daar altijd de balans in moet vinden. Wat kunnen jouw spelers, wat wil je, waar ga je naartoe en wat is het podium waarop je gaat spelen?”

Hoe ziet de taakverdeling er binnen de staf van SC Heerenveen uit?
“Ik heb Paul (Simonis, red.) verantwoordelijk gemaakt voor de organisatie van de trainingen en het begeleiden daarvan. De training en de rolverdeling worden van tevoren uitgewerkt en Paul zorgt ervoor dat we van oefening naar oefening lopen. Na de training evalueren we hoe de training liep. Zeker in het begin van het seizoen is dit belangrijk, omdat je als staf natuurlijk ook op elkaar ingespeeld moet raken.”

“We hebben de staf onderverdeeld over de linies. Zo doet Ruud Hesp de keepers, Ole Tobiasen de verdedigers, Peter Reekers de middenvelders en Paul Simonis de aanvallers. Naast de teambespreking geven zij de spelers ook nog in linie of individueel terugkoppeling, eventueel met beelden of een gesprekje. Maar dat kan ook maatwerk zijn aan het einde van een training.”
 
Wilt u het hele artikel lezen?

Log dan in met je account van TrainersMagazine of abonneer je op Het Voetbal KennisPlatform. Je hebt al toegang tot 1000+ artikelen voor minder dan drie tientjes per jaar.

Abonneren voor €29

Of: spaar voor een gratis abonnement door te winkelen in onze webshop

Spaaractie
Het Voetbal KennisPlatform is gratis voor totaalabonnees op TrainersMagazine
Leren van topcoaches