Inloggen
U bent niet ingelogd. Inloggen
Wat verdient een voetbaltrainer in 2023?
| Bedankt voor uw mening!
Woensdag 8 November 2023


Langzaam maar zeker beginnen de gesprekken tussen trainers en clubs weer op te starten. Voor veel trainers is het lastigste van de onderhandelingen de eisen die ze kunnen stellen. Want hoeveel kun je met jouw kwaliteiten, diploma's en ervaring vragen? TrainersMagazine heeft dit onderzocht en geeft je houvast in de onderhandelingsgesprekken.


Tekst: Edo van Rossum | Onderzoek: Paul van Veen

Het kan behoorlijk ongemakkelijk zijn. We zijn immers voetbaltrainers, geen zaakwaarnemers. De onderhandelingen met een club zijn voor veel trainers een obstakel. Want hoeveel moet je vragen? Je wilt uiteraard wel een marktconforme vergoeding krijgen, maar ook weer niet teveel vragen, want dat schrikt af. En kun je nog extra eisen stellen? En moet je het aantal uren laten vastleggen? Veel vragen waarbij trainers door een gebrek aan referentiekader in het duister tasten. Het is alweer meer dan vijf jaar geleden dat we hier als TrainersMagazine onderzoek naar deden. In dit artikel gaan we je helpen om wat steviger in je schoenen te staan tijdens de gesprekken met jouw club.

Om een goede inschatting te kunnen maken van hoeveel je kan vragen, hebben wij als TrainersMagazine daar onderzoek naar gedaan. Bijna 700 trainers uit de voetbalwereld hebben inzicht gegeven in hun (financiële) situatie. Zowel seniorentrainers, als jeugdtrainers van alle niveaus in Nederland. Daaruit blijkt dat het veel uitmaakt welke leeftijdscategorie je traint, op welk niveau dat is, welke diploma's je hebt, hoeveel ervaring je hebt en hoeveel uur je erin steekt.

Leeftijd
De belangrijkste conclusie uit het onderzoek is dat het vooral veel uitmaakt of je trainer van een seniorenelftal of van een jeugdelftal bent. Het 'grote geld' is vooral bij de senioren te verdienen. Gemiddeld verdient een trainer van een seniorenelftal (mannen en vrouwen) twee keer zoveel als een jeugdtrainer. Zoals te zien is in tabel 1, is de gemiddelde vergoeding voor een seniorentrainer bij de mannen 7732 euro per jaar. Zowel hiervoor als voor de rest van de steekproef geldt: dit is een indicatie, geen feit. Bij de vrouwenelftallen (senioren) ligt die vergoeding beduidend lager. Een trainer krijgt daar gemiddeld 2885 euro per jaar. Dat is minder dan een trainer verdient bij een O23- of O21-elftal. Hoe lager de leeftijdscategorie, hoe lager de gemiddelde vergoeding over het algemeen is.

Tabel 1: gemiddelde vergoeding naar leeftijdscategorie

Niveau
Niet alleen de leeftijdscategorie van het elftal bepaalt de hoogte van de vergoeding, maar ook het niveau van het getrainde elftal speelt een grote rol. Zo verdient een jeugdtrainer die actief is in de Eredivisie of Eerste Divisie gemiddeld 6397 euro per jaar, zoals te zien is in tabel 2. Ook in het divisie-voetbal bij de jeugd daaronder worden serieuze bedragen verdiend. Vanaf de hoofdklasse tot aan de lagere klassen loopt dat bedrag af, maar ook een jeugdtrainer in de vierde klasse of lager krijgt nog een vergoeding van €638 per jaar.


Tabel 2: gemiddelde vergoeding naar niveau bij de jeugd

Ook bij de senioren (tabel 3) is te zien dat de gemiddelde vergoeding afloopt naarmate het niveau lager is. Een trainer in de Tweede of Derde Divisie verdient zo'n 12.250 euro per jaar en wat lager op de ladder krijgt een trainer van een vierdeklasser of lager ook nog zo'n 6512 euro per jaar. Daaronder zitten nog de trainers die een team trainen dat uitkomt in een Reserveklasse. Hoofdklasse of Eerste Klasse is goed voor 4107 euro per jaar en Tweede Klasse Reserve levert 3103 euro op. Van de ene respondent uit de Eredivisie/Eerste Divisie hebben we uit ethische overwegingen besloten het bedrag niet bekend te maken.


Tabel 3: gemiddelde vergoeding naar niveau bij de senioren (mannen)


Prestatief of recreatief
Of bij een elftal de focus nu ligt op de prestatie of op het plezier, is meestal niet zwart-wit. Vooral in de jeugd is het vaak een combinatie van beide. De meeste respondenten (90%) gaven echter aan vooral prestatief bezig te zijn. Dat is dan ook terug te zien in de hoogte van de vergoeding. Het verschil bij de senioren is 5464 euro per jaar (zie tabel 4) tussen trainers van prestatieve teams en recreatieve teams. Bij de jeugd het verschil 1700 euro op jaarbasis.


Tabel 4: gemiddelde vergoeding voor trainers van prestatieve en recreatieve teams


Aantal trainingen
Een van de meest opvallende zaken binnen dit onderzoek, is het geringe verschil tussen de vergoeding voor trainers die twee trainingen per week geven en trainers die dat drie keer per week doen. Het is duidelijk dat de (voornamelijk recreatieve) trainers die één keer per week trainen, beduidend minder verdienen dan de trainers die twee of drie keer per week trainen. In tabel 5 zie je dat de trainers die twee keer per week trainen gemiddeld 4181 euro opstrijken en de trainers die drie keer per week trainen 4224. Dat kleine verschil is opmerkelijk, omdat het in de lijn der verwachting ligt dat de vergoeding hoger wordt naarmate er meer tijd in zit. Zo blijkt ook wel uit de gegevens van de trainers die vier keer per week trainen. Zij verdienen gemiddeld 14779 euro per jaar. Dat gaat dan ook meestal om teams die op hoger niveau acteren en dus ook vaker trainen.


Tabel 5: gemiddelde vergoeding naar aantal trainingen per week


Contract
Het hebben van een contract bij een club is voor veel trainers belangrijk. Dit zorgt ervoor dat je afspraken duidelijk op papier hebt staan en dat je de club kunt houden aan de toezeggingen die ze je hebben gedaan. Vooral in de jeugd en op lagere niveaus blijft het echter bij mondelinge afspraken. De (vrijwilligers)vergoeding wordt in veel gevallen mondeling besproken. Het verschil in vergoeding met de trainers die geen contract hebben, is dan ook groot. Trainers mét een contract verdienen gemiddeld 5614 euro per jaar en bij degenen zonder verbintenis is dat 4234 per jaar minder (zie tabel 6).

In totaal heeft 72% van de deelnemers aan dit onderzoek een contract bij hun club. 58% van de jeugdtrainers heeft een contract. Bij de seniorentrainers ligt dat een stuk hoger: 89%. Van alle trainers krijgt 89% een vergoeding voor de verrichte trainingswerkzaamheden. Van de jeugdtrainers ontvangt 82% een vergoeding en van de trainers bij de senioren krijgt 96% een financiële vergoeding.


Tabel 6: gemiddelde vergoeding voor trainers met en zonder contract

Tijdsbesteding
Als trainer is het niet alleen fijn om een referentiekader te hebben in financieel opzicht, maar het is ook fijn om te weten hoeveel uren andere trainers in hun elftal steken. Tabel 7 geeft daar een overzicht van. Gemiddeld zijn de trainers van seniorenelftallen en O23- en O21-elftallen de meeste tijd kwijt. Een trainer van een team in de senioren besteedt zo'n 13,7 uur per week aan zijn elftal. Dat zijn echter niet alleen de trainingen en wedstrijden zelf, maar ook voorbereidingen, gesprekken, analyses et cetera. Van die 13,7 uur wordt 6,1 uur vanuit huis besteed aan het elftal. Over het algemeen loopt het geïnvesteerde aantal uren terug naarmate de leeftijdscategorie jonger wordt. De leeftijdscategorie O9/O8/O7 vormt daarop een uitzondering, maar met slechts 13 respondenten is dat wellicht wat vertekende informatie. Gemiddeld is een trainer 44% van de totale tijd (als trainer) vanuit huis bezig met het team. 


Tabel 7: gemiddelde tijdsbesteding per leeftijdscategorie

En uiteraard steek je die tijd niet voor niets in het elftal. Het blijkt dan ook dat de vergoeding voor trainers oploopt naarmate er meer tijd in gaat zitten. In tabel 8 is te zien dat trainers die 0 tot 5 uur investeren gemiddeld 1729 euro verdienen. Dat loopt vervolgens gestaag op naar de 16 respondenten die meer dan 25 uur bezig zijn met hun vak. Die verdienen gemiddeld 19.003 euro per jaar.


Tabel 8: gemiddelde vergoeding naar tijdsbesteding


Eerder concludeerden we dat veel trainers tegenwoordig een contract hebben. Daarin is vaak een vast urenaantal vastgelegd. Daarom hebben we ook onderzocht in hoeverre dat urenaantal overeenkomt met de praktijk. In figuur 1 zie je dat in minder dan de helft van de gevallen het daadwerkelijke aantal uren strookt met het urenaantal dat contractueel is vastgelegd. Slechts 3% gaf aan er minder uren mee bezig te zijn, terwijl 51% juist meer tijd investeert dan op basis van het contract nodig zou zijn. Het blijft uiteraard ook een passie voor de meesten.


Figuur 1: overzicht uren in verhouding tot contract

Diploma
Net als in het bedrijfsleven, loont het ook in de voetbalwereld om over diploma's en certificaten te beschikken. Zoals je in tabel 9 kunt zien, stijgt de gemiddelde vergoeding naarmate trainers beschikken over een hoger diploma. Trainers die geen cursus hebben gevolgd, krijgen zo'n 795 euro op jaarbasis. Dat loopt al iets op als je een diploma voor pupillen- of juniorentrainer hebt. Maar de vergoedingen worden pas echt serieus als je je UEFA A-, B- en C-diploma's haalt. Een trainer met UEFA A verdient zo'n 14.338 euro per jaar. Dat is toch achttien keer zoveel als iemand zonder diploma. Uiteraard logisch ook, omdat er veel tijd en geld in zo'n diploma gaat zitten.


Tabel 9: gemiddelde vergoeding naar type diploma


Ervaring
Naast leeftijdscategorie, niveau van het elftal, tijdsbesteding en het type diploma is er nog een belangrijke factor die van grote invloed is op de hoogte van de vergoeding. Dat is het aantal jaren ervaring dat je hebt. In theorie maakt een ervaren trainer minder beginnersfouten en is hij of zij beter in staat bepaalde situaties in te schatten. In tabel 10 is dan ook te zien hoe de vergoeding oploopt. Een relatief onervaren trainer (0 tot 5 jaar ervaring) verdient gemiddeld 2966 euro per jaar. Dat loopt al op (3742 per jaar) bij trainers die 5 tot 10 jaar ervaring hebben en de trainers met meer dan 20 jaar ervaring verdienen duidelijk het meest: 6093 euro per jaar. Dat is ruim het dubbele van een onervaren trainer, ongeacht alle andere factoren.


Tabel 10: gemiddelde vergoeding naar jaren ervaring

Gesprekken
Hopelijk heb je inmiddels een beter idee van hoe hoog je moet inzetten tijdens de gesprekken met jouw (nieuwe) club. We sluiten dit artikel af met een aantal mogelijk interessante inzichten over de gesprekken zelf. Want hoeveel gesprekken tussen een trainer en een club is bijvoorbeeld gangbaar? De meeste trainers voeren één of twee gesprek(ken), zoals te zien is in figuur 2 en figuur 3. Het voeren van drie of meer gesprekken komt bij jeugdtrainers slechts in 4% van de gevallen voor en bij seniorentrainers in 9%. Een klus aannemen zonder gesprek gebeurt ook regelmatig. Bij jeugdtrainers zelfs in 25% van de gevallen. Bij seniorentrainers is dat minder gangbaar.


Figuur 2: aantal gesprekken van jeugdtrainers


Figuur 3: aantal gesprekken van seniorentrainers


Door de jaren heen is het ook steeds normaler geworden dat je als trainer solliciteert voor een functie. Waar clubs vroeger vooral hun handen dichtknepen met een vrijwilliger, zetten nu steeds meer verenigingen in op kwaliteit en dus ook op goede trainers. Toch is het, zoals je kunt zien in figuur 4 en figuur 5, nog altijd het meest gebruikelijk dat een trainer wordt benaderd door de club en niet andersom. 64% van de seniorentrainers is benaderd door de club en 28% heeft zelf gesolliciteerd. Bij de jeugdtrainers is 46% benaderd door de club en heeft 27% zichzelf aangedragen. Een kwart was al betrokken bij de vereniging en is zo doorgerold, bijvoorbeeld omdat ze er zelf voetballen of de kinderen bij de club zitten.


Figuur 4: grafiek van hoe seniorentrainers in contact zijn gekomen met de club


Figuur 5: grafiek van hoe jeugdtrainers in contact zijn gekomen met de club

Extra taken
Het takenpakket van een trainer wordt steeds uitgebreider. Maar veel trainers beperken zich niet tot het geven van training. In totaal gaf 28% van de trainers aan ook nevenfuncties te hebben binnen de club. Bestuurlijke taken, activiteitencommissie, fluiten, bardienst draaien, websitebeheer, veelal vrijwillige taken. De trainers die aangaven nevenactiviteiten te vervullen, zijn gemiddeld 69% van hun tijd bij de club bezig met het trainerschap en dus 31% met andere zaken.

Eisen
We sluiten af met de aanvullende eisen die je al dan niet kan stellen als trainer in de onderhandelingen met de club. Een marktconforme vergoeding is uiteraard belangrijk, maar de randzaken zijn in veel gevallen van minstens even groot belang. 52% van de seniorentrainers stelt op eigen initiatief aanvullende eisen tijdens de contractonderhandelingen. Bij de jeugdtrainers is dat 49%.

Bij jeugdtrainers is de meest gestelde eis dat zij op kosten van de club een aanvullende cursus of opleiding kunnen volgen (zie figuur 6). Bij de senioren is een premie of bonus bij een goede prestatie bovenop de vaste vergoeding de meest populaire eis. Ook het krijgen van (extra) materialen en kleding is een belangrijk onderhandelingspunt. Eisen die tevens door trainers werden genoemd zijn inspraak hebben in de selectie en staf, een reiskostenvergoeding en bartegoed. Daarnaast wordt ook het aanschaffen van een camera en bijbehorende software steeds vaker besproken. 


Figuur 6: grafiek van aanvullende eisen in contractonderhandelingen

Aantallen steekproef:
- Senioren (270)
- O23/21 (28)
- O20/O19/O18 (75)
- O17/16 (83)
- O15/14 (78)
- O13/12 (49)
- O11/O10 (31)
- O9/O8/O7 (13)
- Dames (45)
- Totaal (672)

Tips
Als je tips hebt voor een volgend onderzoek of wat we de volgende keer moeten onderzoeken bij de vergoedingen bij trainers, stuur dan een mail naar Paul van Veen.

Dankwoord
We willen alle trainers die mee hebben gedaan aan dit onderzoek bedanken om collega's te helpen. Door middel van loting zijn er 20 trainers die een gratis jaarabonnement hebben gewonnen. Alle winnaars hebben vrijdag 10 november bericht ontvangen. 
 
Wilt u het hele artikel lezen?

Log dan in met je account van TrainersMagazine of abonneer je op Het Voetbal KennisPlatform. Je hebt al toegang tot 1000+ artikelen voor minder dan drie tientjes per jaar.

Abonneren voor €29
Het Voetbal KennisPlatform zit inbegrepen in het totaalabonnement van TrainersMagazine
Communiceren & leiderschap